Les 6A - Feodalisme


Met het einde van het Romeinse Rijk begint een nieuw tijdperk in Europa. Dit tijdperk noemen wij de Middeleeuwen. De Middeleeuwen duren 1000 jaar: van 500 tot 1500. 

Tijdvak 3 en 4 gaan over de Middeleeuwen.
(H3 en H4)


Tijd van Monniken en Ridders - Hoofdstuk 3
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon


Met het einde van het Romeinse Rijk begint een nieuw tijdperk in Europa. Dit tijdperk noemen wij de Middeleeuwen. De Middeleeuwen duren 1000 jaar: van 500 tot 1500. 

Tijdvak 3 en 4 gaan over de Middeleeuwen.
(H3 en H4)


Tijd van Monniken en Ridders - Hoofdstuk 3

Slide 1 - Diapositive

Introductie 3.4
Opdrachten 3.3 en 3.4

Leerdoelen: 
  1. Je kan uitleggen hoe het Frankische rijk werd bestuurd.
  2. Je kan een overzicht geven van de ontwikkelingen van het Frankisch rijk vanaf Karel de Grote.
  3. Je kunt uitleggen hoe het leenstelsel zich ontwikkelde en hoe het werkt.
Plan vandaag

Slide 2 - Diapositive

Nakijken toets
Introductie 3.3
Opdrachten 3.3

Leerdoelen: 
  1. Je kan uitleggen hoe het Frankische rijk werd bestuurd.
  2. Je kan een overzicht geven van de ontwikkelingen van het Frankisch rijk vanaf Karel de Grote.
  3. Je kunt uitleggen hoe het leenstelsel zich ontwikkelde en hoe het werkt.
Plan vandaag

Slide 3 - Diapositive

Hoofdstuk: 3.1 t/m 3.4
Tijdvak: Tijd van Monniken en Ridders
jaartallen: 500-1000
periode: (vroege) middeleeuwen
Kenmerkende aspecten:
  1. De verspreiding van het christendom in Europa
  2. Het ontstaan en de verspreiding van de islam
  3. Het ontstaan van het feodale stelsel
  4. De vervanging van de steden in Europa voor alleen maar landbouw georganiseerd via het hofstelsel en horigheid.
Basisinfo

Slide 4 - Diapositive

Verklaar waarom het voor veel landloze boeren aantrekkelijk was om horig te worden.

Slide 5 - Question ouverte

Verklaar of de bron past bij het hofstelsel. Waarom wel / niet?

Slide 6 - Question ouverte

Keerpunt: Val Romeinse Rijk

Ontwikkeling: Germanen nieuwe machthebbers van Europa

Probleem: Hoe wordt dit Rijk bestuurd en door wie?

Gevolg: ontstaan feodalisme.... maar hoe?


Overzicht

Slide 7 - Diapositive

Clovis I, de koning der Franken, breidt zijn rijk uit door vorsten te vermoorden of te verslaan. 

De Franken heersten over een niet-Germaanse bevolking, waarvan ze de taal en gewoonten overnamen.

Nemen ook Romeinse bestuurssystemen over. Leg dit uit.
Het Frankische Rijk

Slide 8 - Diapositive

Romeinse keizers in belangrijke delen van hun rijk een hertog aangesteld en in minder belangrijke delen een graaf. Zij moesten in hun gebied namens de keizer belastingen innen, rechtspreken en legers vormen.
Maken gebruik van
  • het Romeinse recht
  • het gewoonrecht (mondeling)
Het Frankische Rijk

Slide 9 - Diapositive

Kenmerken
  • Erfelijkheid was beperkt tot mannen
  • Schadevergoeding voor bij diefstal, belediging of beschadiging van eigendom; hoe belangrijker het slachtoffer, des te hoger de boete. Ook voor moord moest schadevergoeding worden betaald.
Salische wet

Slide 10 - Diapositive

Neem de vragen over en beantwoord ze in je schrift:
  • Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen het hofstelsel en feodalisme?
  • Welke factoren hebben bijgedragen aan het ontstaan van het feodalisme, schrijf ze in de chronologische volgorde
  • Waardoor was het feodalisme een succes voor de Frankische vorsten?
  • Welk belang had de Salische wet voor de vorsten?
  • Hoe werkt het feodaal stelsel? Maak er een tekening van in je schrift. 
Hofstelsel en feodalisme

Slide 11 - Diapositive