H4. Medialisering

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 3

medium IS?

1. Praten in elkaars bijzijn.
2. Een middel om informatie over te dragen.
3. Sociale kanalen

Media ZIJN?

1. Bedrijven die zich bezighouden met het overbrengen van informatie.
2. Middel om informatie over te dragen.
3. Alleen winstgevende kanalen

massamedia ZIJN?

1. Sociale media kanalen
2. Media die met hun boodschap zoveel mogelijk mensen proberen te bereiken.
3. Bedrijven die graag winst willen

Amusementsfunctie is?

1. Je krijgt informatie
2. Je leert de waarden en normen van je land
3. Je vermaakt je ermee en je hebt er plezier van

Socialiserende functie is?

1. Je leert wat normaal is in de cultuur waarin je leeft
2. Je krijgt informatie
3. Het programma zorgt dat je een mening krijgt

medialandschap is?

1. Alle sociale media.
2. Alle media in Europa
3. De NPO
4. Alle mediabedrijven van Nederland.

Deze omroep wil winst maken

1. NPO 1
2. RTL

publieke omroep?

1. Betaald vanuit belastinggeld.
2. Willen winst maken.
3. John de Mol

Door persoonlijke informatie te verzamelen kunnen bedrijven meer advertenties verkopen.

1. Juist
2. Onjuist

Van welke media maakten je ouders vroeger gebruik?

Een kenmerk van medialisering is:

1. Overal is tegenwoordig een app voor.
2. Het gebruiken van je telefoon om te bellen.
3. Het kijken naar de televisie.
4. Met vrienden naar de bioscoop.

Noem twee dingen die dankzij media makkelijker zijn dan tien jaar geleden.

Het is natuurlijk een grap. Maar wat wil Draadstaal laten zien?

Noem een negatief gevolg van medialisering!