bs 5 - anaerobe dissimilatie

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

VWO 5

Thema 3 - Stofwisseling in de cel

Bs 5

Korte herhaling aerobe dissimilatie

welke organismen doen aan dissimilatie?

1. dieren, de meeste bacteriën, schimmels
2. planten en dieren en schimmels
3. dieren en schimmels
4. planten, dieren, bacteriën en schimmels

Wat stelt 6 voor?

1. Assimilatie
2. Dissimilatie

In welke van de twee cilinders blijft de kaars het langst branden?

1. cilinder met droge erwten
2. cilinder met geweekte erwten

Welke uitspraak over de glycolyse is niet juist?

1. Bij de glycolyse is netto ATP nodig.
2. Bij de glycolyse wordt een C6-suiker gesplitst in twee C3-suikers.
3. Bij de glycolyse wordt glucose afgebroken.
4. De glycolyse vindt in alle cellen plaats.

Hoe vaak wordt de citroenzuurcyclus gebruikt voor de afbraak van 1 molecuul glucose?

1. 1/2 x
2. 1x
3. 2x
4. 4x

Bij oxidatieve fosforylatie worden de energierijke moleculen NADH en FADH2 omgezet. Bij welke processen zijn deze ontstaan?

1. N: glycolyse F: citroenzuurcyclus
2. N: glycolyse F: glycolyse + citroenzuurcyclus
3. N: glycolyse + citroenzuurcyclus F: citroenzuurcyclus
4. N + F: glycolyse + citroenzuurcyclus

Wat is de goede volgorde voor de verbranding van glucose?

1. glycolyse -> decarboxylering -> oxidatieve fosforylering -> citroenzuurcyclus
2. decarboxylering -> glycolyse -> oxidatieve fosforylering -> citroenzuurcyclus
3. glycolyse -> decarboxylering -> citroenzuurcyclus -> oxidatieve fosforylering
4. glycolyse -> oxidatieve fosforylering -> citroenzuurcyclus -> decarboxylering

In welk deel van aerobe dissimilatie van glucose is zuurstof nodig?

1. Glycolyse
2. Vorming Acetyl-CoA
3. Citroenzuurcylcus
4. Oxidatieve fosforylering

Hoeveel ATP-moleculen kan één NADPH,H+ genereren tijdens de oxidatieve fosforylering?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 6

Bij welke stap wordt de meeste ATP gevormd?

1. Glycolyse
2. Vorming acetyl CoA
3. Citroenzuurcyclus
4. Oxidatieve fosforylering

Wat weet je over het maken van yoghurt, zuurkool of wijn?

BINAS 93 F en G. Welke stoffen kunnen ontstaan bij anaerobe dissimilatie door reducenten?

afbraak

Zonder zuurstof komen verschillende stoffen vrij

H₂S

NH₃

CH₄

BINAS 67. H2S is de oorzaak van rotte eierenlucht. Deze stof kan ontstaan bij de anaerobe afbraak van

1. cysteïne
2. alanine
3. arginine
4. isoleucine

BINAS 67. H2S is de oorzaak van rotte eierenlucht. Deze stof kan ontstaan bij de anaerobe afbraak van

1. koolhydraten
2. vetten
3. eiwitten
4. DNA

BINAS 67. NH3 kan ontstaan bij de anaerobe afbraak van

1. koolhydraten
2. vetten
3. eiwitten
4. DNA

Gisting

Anaerobe afbraak van koolhydraten

melkzuurgisting

alcohole gisting

melkzuurgisting

overeenkomst met aerobe verbranding?

waar in dit proces komt bruikbare energie vrij ?

verzuring

Melkzuur  in spieren

afgevoerd (lagere bloed-pH)

in lever:

2 melkzuur -> glucose

BINAS 83.
-Welk effect heeft de (licht) verlaagde pH van het bloed op zuurstofafgifte in de spieren?
- Leg uit waarom dit nuttig is

effect op de ademhaling?

melkzuurgisting bij bacteriën

yoghurt (lactobacillus)

zuurkool

alcohole gisting

bij gisten (1-cellige schimmels)

bier en wijn (ethanol)

brood (CO₂)

alcohole gisting

Verklaar dat zonder de omzetting van ethanal naar ethanol de alcohole gisting stil komt te liggen.

Respiratoir quotiënt (RQ-waarde)

​O​2​​ingeademd​​CO​2​​uitgeademd​​

dissimilatie glucose: C6H12O6 + 6O2 → 6CO2 + 6H2O
dissimilatie vetten: 2C55H106O6 (dierlijk vet) + 157O2 → 110CO2 + 106H2O

bereken de RQ van beide reacties