Vitamines ondersteunen bepaalde chemische processen in het lichaam, maar zijn geen enzymen (sommigen wel co-enzymen).
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
Cette leçon contient 35 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
4.6 Additieven
We kunnen alleen vitamine D zelf maken.
Vitamines leveren geen energie.
Vitamines ondersteunen bepaalde chemische processen in het lichaam, maar zijn geen enzymen (sommigen wel co-enzymen).
Slide 1 - Diapositive
Doelen
Uitleggen dat er naast voedingsstoffen ook additieven in voeding voorkomen
Een aantal functies van additieven noemen;
Toelichten waarom ADI-waarde zijn vastgesteld voor een aantal additieven;
Uitleggen wat we onder E-nummer verstaan;
duidelijk maken wat papierchromatografie is.
De Rf waarde van een stof uitrekene metbehulp van een chromatogram;
Slide 2 - Diapositive
Ethanol lost zowel op in water als in heptaan (wasbenzine). Geef in een tekening weer hoe de ethanol-moleculen en watermoleculen in een ethanol-oplossing zijn gemengd. Teken van beide soorten minstens vier moleculen.
Slide 3 - Diapositive
Je laat 80 gram van de vloeistof salpeterzuur reageren met het gas ammoniak hoeveel van de vaste stof ammoniumnitraat wordt er dan gevormd.
HNO₃(l) + NH₃(g) → NH₄NO₃(s)
Slide 4 - Diapositive
Functies van additieven
verbeteren van smaak
verbeteren van geur
verbeteren van kleur
langer houdbaar (conserveermiddel
emulgator
gezondheidsbevorend
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
E-nummers
Europese goedkeuring/kwaliteitskenmerk
alleen ongevaarlijke aditieven hebben een E-nummer.
Aan die adivieven is een ADI-waarde toegekent.
Uitgedrukt in mg/kg lichaamsgewicht.
Slide 7 - Diapositive
Additieven als kleurstoffen
Kleurstoffen kunnen uit meerdere kleurstoffen bestaan.
Papierchromatografie is de scheidingsmethode om die kleurstoffen uit elkaar te halen.
Je weet dan hoeveel onderdelen zo'n kleurstof bevat.
Slide 8 - Diapositive
Scheiden
Het werkt op het absorptievermogen van een stof.
En de oplosbaarheid van een stof.
Een blauwe stift bevat bv geel en groen.
Slide 9 - Diapositive
absorptie en adsorptie
Bij absorptie wordt lege ruimte binnen een stof opgevuld met een andere stof. Zichtbaar voor het oog.
Bijvoorbeeld: een tissue die vocht opneemt.
Bij adsorptie hecht een stof zich op moleculair niveau aan een andere stof. Niet zichtbaar voor het oog.
Slide 10 - Diapositive
Scheiden
Bij de beginstituatie mogen de stippen de vloeistof niet raken.
Bij de eindsituatie zijn de zwarte stippen uit ekaar gehaald.
De blauwe stof is veel beter aan het papier gehecht en dus lager is gebleven.
De gele stof is veel beter opgelost en dus veel hoger op het papier terecht is gekomen.
Iedere kleurstof heeft een bepaalde waarde waaraan je zo'n kleurstof kunt herkennen.
De Rf-waarde verschilt per loopvloeistof.
Om de Rf waarde te bepalen meet je A (de afgelegde weg van de stof)
Slide 12 - Diapositive
B is de weg van de kleurstof tot waar de vloeistof is opgetrokken.
Met A en B kun je de Rf waarde berekenen
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Rf waarde
Hoe hoger de Rf- waarde
Hoe beter de kleurstof wordt opgenomen door de vloeistof.
Hoe lager de Rf-waarde hoe beter de stof hecht aan het papier.
Slide 15 - Diapositive
Geef het aantal protonen en elektronen.
Ti²⁺ C⁴ˉ
I⁷⁺
Sb³ˉ
22 protonen 20 elektronen
6 protonen 10 elektronen
53 protonen 46 elektronen
51 protonen 54 elektronen
Slide 16 - Diapositive
Je hebt een stof met 50 protonen. Wat weet je dan?
Dan weet je welke stof het is.
Welke stof is dit?
Tin
Slide 17 - Diapositive
Atoommodel van Bohr
Als een atoom 28 elektronen bevat, hoeveel elektronen heeft hij dan in de M schil?
8 want inprincipe worden ze opgevuld tot 8 en daarna de volgende schil.
Slide 18 - Diapositive
Teken het atoom met het atoomnummer 19 volgens het atoommodel van Bohr
Slide 19 - Diapositive
Geef de structuurformule van butaanzuur
Slide 20 - Diapositive
Met welke scheidingmethode kun je kleuren van elkaar scheiden?
chromatografie
Op welk verschil is deze methode gebasseerd?
Verschil in aanhechtingsvermogen.
Slide 21 - Diapositive
Scheidingsmethode
Extraheren is....
Scheiden op basis van oplosbaarheid
Filtreren is....
Scheiden op basis van deeltjes grote.
Destileren is....
scheiden op basis van verschil in kookpunt.
indampen is.....
Scheiden op basis van verschil in kookpunt.
Slide 22 - Diapositive
Geef de systematische naam.
propaandizuur
Slide 23 - Diapositive
Geef de systematische naam
4-aminobutaanzuur
Slide 24 - Diapositive
Geef de systematische naam
2,6-di-aminohexaanzuur
Slide 25 - Diapositive
2-amino-3-methylpentaan-3-ol
Slide 26 - Diapositive
1,4,6-hepta-1,4,6-triyn
Slide 27 - Diapositive
methylcyclopropaan
Slide 28 - Diapositive
cyclobutaan
Slide 29 - Diapositive
Leg uit of het kookpunt van butaan hoger of lager dan dat van methaan zal zijn.
Het kookpunt van butaan is hoger dan van methaan, omdat butaan een groter (zwaarder) molecuul is
waardoor de vanderwaalskrachten groter zijn.
Slide 30 - Diapositive
Grote minder wardevolle moleculen kan men door kraken omzetten in kleinere waardevollere moleculen. Bij het kraken van pentadecaan ontstaan 3 moleculen te weten: hexaan en buteen. Geef de naam van het derde molecuul.
Slide 31 - Diapositive
Peter wil de pH van ammonia bepalen. Hij ontdekt dat de stof basisch is. Tussen welke waarden ligt de pH van ammonia in?
Tussen de 7 en 14.
Leg uit of de pH van de oplossing in de emmer verandert als Peter een scheut water toevoegt.
Door verdunning is er minder van de basische stof / ammonia per volume-eenheid aanwezig. De pH zal dus dalen.
Leg uit tot hoeveel hoger of lager de pH kan gaan.
Door verdunning zal de pH van een zure oplossing op den duur 7 worden. Dit geldt ook voor een basische oplossing.
Slide 32 - Diapositive
Leg uit of er bij de volgende gebeurtenissen sprake is van een chemische reactie.
Het stollen van bloed.
Ja, want bij gelijkblijvende temperatuur verandert de fase. het gestolde bloed wordt door temperatuursverandering niet meer vloeibaar.
Het verhitten van suiker zonder zuurstof.
Ja, want er ontstaat onder meer een zwarte stof die na afkoelen niet meer verandert.
Het zetten van koffie.
Nee, dit is een extractie, dus een scheiding van stoffen.
Slide 33 - Diapositive
Leg uit of de volgende stellingen juist of onjuist zijn.
Fotolyse is een ontledingsreactie met behulp van elektriciteit.
Oneens, want fotolyse is een ontleding is een onleding door licht.
Bij het destilleren van wijn vindt een chemische reactie plaats.
Nee, destilleren is een scheidingsmethode; een mengsel wordt gescheiden in de samenstellende delen.