woorden A

Moeilijke woorden A
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Moeilijke woorden A

Slide 1 - Diapositive

Welke zin is goed?
A
Ik wil u mijn hulp aanbieden.
B
De trui is in de aanbieden.

Slide 2 - Quiz

In welke zin wordt "aandacht" gebruikt als zelfstandig naamwoord?
A
Hij heeft veel aandacht voor de docent.
B
Hij dacht er aan zijn boeken mee te nemen.

Slide 3 - Quiz

Wat betekent "het aandeel"?
A
Dat je een deel van iets aan iemand geeft
B
Dat je iets aan doet trekken
C
Dat je een stuk in delen doet verdelen
D
Het deel dat je ergens aan bijdraagt of in stopt (geld/inspanning)

Slide 4 - Quiz

Wat is volgens jou een aankondiging? Je mag ook een voorbeeld geven.

Slide 5 - Question ouverte

Welke zin is goed met het woord "aangezien"?
A
Hij ziet aan hoe hij loopt.
B
Lachen is het aangezien van huilen
C
Aangezien het regent, gaan we niet wandelen.
D
Hij gaat naar de film aangezien de film afgelopen is.

Slide 6 - Quiz

Wat was de aanleiding van die ruzie? Leg uit wat "aanleiding" betekent in deze zin.

Slide 7 - Question ouverte

Wat is het tegenovergestelde van aanvaarden?
A
Uitvaarden
B
Niet aannemen/accepteren
C
Aangaan
D
Afsluiten

Slide 8 - Quiz

Wat is een synoniem voor aarzelen?
A
Twijfelen
B
Zeker weten
C
Nadenken
D
Doen

Slide 9 - Quiz

Het is een aanzienlijk bedrag dat hij op zijn rekening heeft staan.
Wat betekent aanzienlijk in deze zin?

Slide 10 - Question ouverte

1 zin is fout met het werkwoord "afhangen". Welke zin is fout?
A
Het hing af van de situatie.
B
Jouw toekomst kan van die toets afhangen.
C
De excursie heeft afgehangen van het weer.
D
De jas kan aan de kapstok afgehangen worden.

Slide 11 - Quiz

Of hij door gaat naar de volgende groep is afhankelijk van zijn rapport. Wat betekent afhankelijk?

Slide 12 - Question ouverte

Wat zie je op het plaatje?
A
Ik veeg mijn handen af
B
Ik was mijn handen af
C
Ik smeer mijn handen in
D
Ik desinfecteer (ontsmet) mijn handen

Slide 13 - Quiz

Waar denk je aan
bij het woord "artikel"?

Slide 14 - Carte mentale

Wat is een ander woord voor "anderzijds"?
A
Enerzijds
B
Aan de andere kant
C
Omdat
D
Vanwege dat

Slide 15 - Quiz

Maak zelf een zin met het woord "allerlei"

Slide 16 - Question ouverte

Welke zin is niet goed? Er worden verschillende woorden uit de woordenlijst gebruikt.
A
Ik vraag me af hoe laat de les begint.
B
Ik wacht even af wat zijn reactie is.
C
Ik doe alsof ik heel veel pijn heb.
D
Ik sport veel, dus ik ben een goede arbeider.

Slide 17 - Quiz

Einde
Ga nu aan de slag met woordenschat - diglin. 
Ga naar: www.nt2school.nl
Gebruik mijn inloggegevens. 
Ga naar woorden - beeldwoordenboek en oefen zelf.

Slide 18 - Diapositive