ww-ir présent en pc

LES VERBES EN "IR"

(kiezen) choisir

(eindigen)  finir

(groeien) grandir

(blozen) rougir                                        leer deze werkwoord (N-F)

(nadenken) réfléchir

(slagen) réussir

(invullen) remplir

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

LES VERBES EN "IR"

(kiezen) choisir

(eindigen)  finir

(groeien) grandir

(blozen) rougir                                        leer deze werkwoord (N-F)

(nadenken) réfléchir

(slagen) réussir

(invullen) remplir

Slide 1 - Diapositive

LES VERBES EN "IR"

Le présent


1. IR eraf

2. je houdt de stam over

3. juiste uitgang erachter (is/is/it/issons/issez/issent)

Slide 2 - Diapositive

LES VERBES EN "IR"

Le passé composé

1. vorm van avoir

2. voltooid deelwoord van choisir is "choisi"


Het voltooid deelwoord van ww-ir:

stam+i   (choisi/fini/grandi/rempli/réussi/réfléchi)


Slide 3 - Diapositive

vertaal de werkwoordsvormen

(Jij kiest) (choisir) Tu choisis

(Wij groeien) (grandir) Nous grandissons / On grandit

(Hebben jullie ingevuld) (remplir) vous avez rempli

(Hij heeft nagedacht) (réfléchir) il a réfléchi        

(Ik slaag) (réussir) je réussis

( Zij blozen) (rougir) ils/elles rougissent

Slide 4 - Diapositive

Vertaal de werkwoordsvormen.
(Jij kiest)

Slide 5 - Question ouverte

Vertaal de werkwoordsvormen.
(Wij hebben ingevuld)

Slide 6 - Question ouverte

Vertaal de werkwoordsvormen.
(jullie slagen)

Slide 7 - Question ouverte

Vertaal de werkwoordsvormen.
Lieve et Marlot (groeien)

Slide 8 - Question ouverte

Vertaal de werkwoordsvormen.
(Ik denk na)

Slide 9 - Question ouverte

Noem het rijtje van
"remplir" in de présent

Slide 10 - Carte mentale

Noem het rijtje van
"finir" in de passé composé

Slide 11 - Carte mentale

Noem het rijtje van
"réféchir" in de présent

Slide 12 - Carte mentale