Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Welkom terug!
Vandaag hebben we het over vaccineren en allergieën.
Slide 1 - Diapositive
Programma van deze les
terugblik op vorige les
Nieuwe lesstof: vaccinatie en allergie
afsluiting
Slide 2 - Diapositive
Een griepbacterie komt terecht in je longen en deelt zich daar. Hebben al deze nieuwe bacteriën dezelfde of verschillende antigenen? Hoe weet je dat?
Slide 3 - Question ouverte
Paragraaf 3.5: immuunsysteem
Leerdoelen
4.5.8 Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties.
4.5.9 Je kunt beschrijven op welke manieren immuniteit kan ontstaan.
4.5.10 Je kunt omschrijven wat er aan de hand is bij een allergie.
Slide 4 - Diapositive
Vaccineren
Bij een inenting of vaccinatie wordt een dode of verzwakte ziekteverwekker ingespoten, dit heet een vaccin.
Deze kunnen je niet meer ziek maken, maar je witte bloedcellen gaan hierdoor wel antistoffen produceren.
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Vaccinatiegraad
Veel voorheen dodelijke ziektes komen in Nederland en veel andere landen niet meer voor vanwege vaccinatieprogramma's.
Om een bevolking te beschermen tegen ziektes is soms een hoge vaccinatiegraad nodig.
Een vaccinatiegraad van 95% betekent dat 95% van de bevolking is ingeënt tegen een bepaalde ziekte.
Slide 7 - Diapositive
Rijksvaccinatieprogramma
Slide 8 - Diapositive
Hoge vaccinatiegraad
Hoe kan een hoge vaccinatiegraad ervoor zorgen dat sommige ziektes niet of bijna niet meer voorkomen in Nederland?
Slide 9 - Diapositive
Allergie
Bij een allergie ben je overgevoelig voor bepaalde stoffen. Je immuunsysteem reageert dan op deze stoffen en daardoor krijg je een allergische reactie, bijvoorbeeld rode plekken, huiduitslag, jeuk of ontstekingen.
Slide 10 - Diapositive
Allergenen
Je kunt voor heel veel verschillende stoffen allergisch zijn, bijvoorbeeld voor: voedsel, pollen, insecten gif, chemicaliën, huisstofmijt, haren of huidschilfers van dieren.
Slide 11 - Diapositive
Anafylactie
Allergische reacties kunnen erger worden wanneer je vaker in aanraking komt met de stof waarvoor je allergisch bent.
Je kunt dan last krijgen van gezwollen slijmvliezen, rode vlekken en het benauwd krijgen, je hebt dan een anafylactische reactie.
Soms verwijden ook de bloedvaten en daalt de bloeddruk daardoor zo sterk dat men eraan kan overlijden.
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Zelfstandig werken
Wat: Paragraaf 3.5 opdr. 4(kennis) en 8 t/m 10(inzicht)
Hoe: Je mag zacht overleggen met je buur. Heb je een vraag, steek dan je hand op (oranje).
Tijd: tot 11:10
Klaar?: Maak met behulp van de gekregen stencils
samenvattingen van de paragrafen.
Ga bezig met de opdrachten van de vorige les(sen).
Slide 14 - Diapositive
Afsluiting
Opdracht 10 klassikaal
Volgende les
Slide 15 - Diapositive
Opdracht 10: mazelen in Nederland
Esmee kreeg vorige maand de schrik van haar leven. Het kinderdagverblijf van haar dochter Nynke belde haar op met de mededeling dat bij een van de kinderen mazelen was geconstateerd. Nynke was op dat moment elf maanden oud, waardoor het voor haar gevaarlijk was. Gelukkig raakte geen van de andere kinderen besmet.
Het kan ook anders lopen. Zo was er in 2013 een grote mazelenepidemie in Nederland, 2700 mensen kregen de ziekte. Op het Zeeuwse Tholen overleed een meisje aan de ziekte. Mazelen kenmerkt zich door hoge koorts, rode vlekjes en een verzwakking van het immuunsysteem. Hierbij verdwijnen cellen die ziekteverwekkers herkennen waarmee het lichaam in het verleden in contact is geweest. Besmette mensen worden daardoor vatbaarder voor infecties met andere ziekteverwekkers.
Slide 16 - Diapositive
Rijksvaccinatieprogramma
Slide 17 - Diapositive
Waardoor is een mazelenuitbraak juist voor kinderen jonger dan veertien maanden zo gevaarlijk?
Slide 18 - Diapositive
Waardoor worden mensen die besmet zijn met mazelen ook vatbaarder voor andere ziekten?
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Vidéo
Volgende les
Volgende les gaan we het hebben over hoe je je hart en bloedvaten gezond kunt houden.