CONTROLEOPDRACHT GRAMMATICA WOORDSOORTEN

controleopdracht 
GRAMMATICA WOORDSOORTEN
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

controleopdracht 
GRAMMATICA WOORDSOORTEN

Slide 1 - Diapositive

lidwoorden
maak de volgende opdrachten  

Slide 2 - Diapositive

1) Noteer lidwoord(en) uit deze zin:
2) Noteer daarachter bepaald of onbepaald lidwoord.

De postbode gooide het pakket weg.

Slide 3 - Question ouverte

1) Noteer lidwoord(en) uit deze zin:
2) Noteer daarachter bepaald of onbepaald lidwoord.

Zij is een bekende artiest uit Estland.

Slide 4 - Question ouverte

zelfstandige naamwoorden
maak de volgende opdrachten 

Slide 5 - Diapositive

Wat zijn de zelfstandige naamwoorden uit deze zin:

De meeste mensen verlangen naar liefde en troost.
A
meeste - mensen
B
mensen - verlangen
C
mensen - liefde - troost
D
liefde - troost

Slide 6 - Quiz

Welk woord uit deze zin is GEEN
zelfstandig naamwoord?
Weet jij welke prijs hij had gewonnen voor die film over de oorlog?
A
prijs
B
hij
C
film
D
oorlog

Slide 7 - Quiz

bijvoeglijke naamwoorden
maak de volgende opdrachten 

Slide 8 - Diapositive

Noteer bijvoeglijke naamwoord(en) uit deze zin.

Wie heeft deze fantastische film nog niet gezien?

Slide 9 - Question ouverte

Noteer bijvoeglijke naamwoord(en) uit deze zin.

Voor zo’n bijzondere rol verdient deze geweldige acteur zeker een prijs.

Slide 10 - Question ouverte

hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord


maak de volgende opdrachten 

Slide 11 - Diapositive

Welk soort werkwoord is 'speelt' in deze zin?

De pianist speelt een prachtig muziekstuk.
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord

Slide 12 - Quiz

Welk soort werkwoord is 'heb' in deze zin?

Tussen de kussens op de bank heb ik eindelijk mijn zakmes teruggevonden.
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord

Slide 13 - Quiz

Welk soort werkwoord is 'teruggevonden' in deze zin?
Tussen de kussens op de bank heb ik eindelijk mijn zakmes teruggevonden.
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord

Slide 14 - Quiz

Welk soort werkwoord is 'willen' in deze zin?

Langs de rivier willen verliefde paartjes onder de treurwilgen gaan picknicken.
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord

Slide 15 - Quiz

Welk soort werkwoord is 'gaan' in deze zin?

Langs de rivier willen verliefde paartjes onder de treurwilgen gaan picknicken.
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord

Slide 16 - Quiz

Welk soort werkwoord is 'picknicken' in deze zin?

Langs de rivier willen verliefde paartjes onder de treurwilgen gaan picknicken.
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord

Slide 17 - Quiz

vragend voornaamwoord
aanwijzend voornaamwoord


maak de volgende opdrachten 

Slide 18 - Diapositive

Noteer de vragende voornaamwoorden uit deze zin:
Wie weet van welke voetbalclub Menno fan is, en waar die club vandaan komt?

Slide 19 - Question ouverte

Noteer de aanwijzende voornaamwoorden uit deze zin:
Dit boek met dat spannende verhaal over de oorlog heb ik van deze aardige juf gekregen.

Slide 20 - Question ouverte

1) Noteer vragende en aanwijzende voornaamwoorden.
2) Noteer achter elk woord: V (vragend vnw.) of A (aanwijzend vnw.)
Die leerlingen weten niet wie er allemaal naar zulke feesten komen , en wat daar allemaal gebeurt.

Slide 21 - Question ouverte

voorzetsels
maak de volgende opdrachten  

Slide 22 - Diapositive

Welk woorden zijn voorzetsels.
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
achter
B
daar
C
een
D
op

Slide 23 - Quiz

Welk woorden zijn voorzetsels.
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
voor
B
tijdens
C
na
D
nu

Slide 24 - Quiz

Welk woorden zijn voorzetsels.
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
er
B
naast
C
ook
D
tegenover

Slide 25 - Quiz

bijwoorden
maak de volgende opdrachten  

Slide 26 - Diapositive

Noteer de bijwoorden uit deze zin.

Dit is echt een heel aparte manier van werken.

Slide 27 - Question ouverte

Noteer de bijwoorden uit deze zin:

Mijn man werd gisteren bekeurd voor te hard rijden.

Slide 28 - Question ouverte

Noteer de bijwoorden uit deze zin:

Waarom zie je hier nooit grijze eekhoorns?

Slide 29 - Question ouverte