CONTROLEOPDRACHT GRAMMATICA WOORDSOORTEN

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

controleopdracht 

GRAMMATICA WOORDSOORTEN

lidwoorden

maak de volgende opdrachten  

1) Noteer lidwoord(en) uit deze zin:
2) Noteer daarachter bepaald of onbepaald lidwoord.

De postbode gooide het pakket weg.

1) Noteer lidwoord(en) uit deze zin:
2) Noteer daarachter bepaald of onbepaald lidwoord.

Zij is een bekende artiest uit Estland.

zelfstandige naamwoorden

maak de volgende opdrachten 

Wat zijn de zelfstandige naamwoorden uit deze zin:

De meeste mensen verlangen naar liefde en troost.

1. meeste - mensen
2. mensen - verlangen
3. mensen - liefde - troost
4. liefde - troost

Welk woord uit deze zin is GEEN
zelfstandig naamwoord?
Weet jij welke prijs hij had gewonnen voor die film over de oorlog?

1. prijs
2. hij
3. film
4. oorlog

bijvoeglijke naamwoorden

maak de volgende opdrachten 

Noteer bijvoeglijke naamwoord(en) uit deze zin.

Wie heeft deze fantastische film nog niet gezien?

Noteer bijvoeglijke naamwoord(en) uit deze zin.

Voor zo’n bijzondere rol verdient deze geweldige acteur zeker een prijs.

hulpwerkwoord

zelfstandig werkwoord

maak de volgende opdrachten 

Welk soort werkwoord is 'speelt' in deze zin?

De pianist speelt een prachtig muziekstuk.

1. hulpwerkwoord
2. zelfstandig werkwoord

Welk soort werkwoord is 'heb' in deze zin?

Tussen de kussens op de bank heb ik eindelijk mijn zakmes teruggevonden.

1. hulpwerkwoord
2. zelfstandig werkwoord

Welk soort werkwoord is 'teruggevonden' in deze zin?
Tussen de kussens op de bank heb ik eindelijk mijn zakmes teruggevonden.

1. hulpwerkwoord
2. zelfstandig werkwoord

Welk soort werkwoord is 'willen' in deze zin?

Langs de rivier willen verliefde paartjes onder de treurwilgen gaan picknicken.

1. hulpwerkwoord
2. zelfstandig werkwoord

Welk soort werkwoord is 'gaan' in deze zin?

Langs de rivier willen verliefde paartjes onder de treurwilgen gaan picknicken.

1. hulpwerkwoord
2. zelfstandig werkwoord

Welk soort werkwoord is 'picknicken' in deze zin?

Langs de rivier willen verliefde paartjes onder de treurwilgen gaan picknicken.

1. hulpwerkwoord
2. zelfstandig werkwoord

vragend voornaamwoord

aanwijzend voornaamwoord

maak de volgende opdrachten 

Noteer de vragende voornaamwoorden uit deze zin:
Wie weet van welke voetbalclub Menno fan is, en waar die club vandaan komt?

Noteer de aanwijzende voornaamwoorden uit deze zin:
Dit boek met dat spannende verhaal over de oorlog heb ik van deze aardige juf gekregen.

1) Noteer vragende en aanwijzende voornaamwoorden.
2) Noteer achter elk woord: V (vragend vnw.) of A (aanwijzend vnw.)
Die leerlingen weten niet wie er allemaal naar zulke feesten komen , en wat daar allemaal gebeurt.

voorzetsels

maak de volgende opdrachten  

Welk woorden zijn voorzetsels.
(meerdere antwoorden mogelijk)

1. achter
2. daar
3. een
4. op

Welk woorden zijn voorzetsels.
(meerdere antwoorden mogelijk)

1. voor
2. tijdens
3. na
4. nu

Welk woorden zijn voorzetsels.
(meerdere antwoorden mogelijk)

1. er
2. naast
3. ook
4. tegenover

bijwoorden

maak de volgende opdrachten  

Noteer de bijwoorden uit deze zin.

Dit is echt een heel aparte manier van werken.

Noteer de bijwoorden uit deze zin:

Mijn man werd gisteren bekeurd voor te hard rijden.

Noteer de bijwoorden uit deze zin:

Waarom zie je hier nooit grijze eekhoorns?