T1C week 13

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Nederlands

26 maart

Programma

- Meewerkend voorwerp

- Hulpwerkwoord en zelfstandig werkwoord

- Opdrachten maken

Meewerkend voorwerp

http://vms.thiememeulenhoff.nl/p/basic_720_400_ot_ap_grey/c/2450723.html

Opdracht (10 minuten)

Maak opdracht 10 van grammatica blok 5. 

Gebruik de werkwijzer grammatica bij het maken van de opdracht.

Werkwoorden

Een werkwoord? 'Piet roept Kees.'

- Zelfstandig werkwoord

Meedere werkwoorden? 'Piet heeft Kees geroepen.'

- Hulpwerkwoord en zelfstandig werkwoord

Opdracht (20 minuten)

Maak opdracht 11, 12, 13, 14 van grammatica blok 5.

Klaar? Maak opdracht 15 van grammatica blok 5.

Huiswerk

Maak opdracht 11, 12, 13, 14 van grammatica blok 5 af.

Nederlands

28 maart

Programma

- Hulpwerkwoord en zelfstandig werkwoord

- Woordsoortbenoeming

- Zelf zinnen maken met het bouwplan

Opdracht (10 minuten)

Maak met de werkwoorden bellen, hebben, kunnen en zullen zoveel mogelijk zinnen met het onderwerp de mentor en lijdend voorwerp mijn ouders.

Kun je alle werkwoorden gebruiken als enige werkwoord in de zin?

Hoe komt dat? 

Welke zinnen hebben jullie gemaakt?

Bouwplan: twee soorten

Soort 1: redekundig bouwplan

ow | wg | lv | mv | wg

Tim (ow) | heeft (wg) | het pakketje (lv) | aan zijn oom (mv) | gegeven (wg) .

Soort 2: taalkundig bouwplan

pers. vnw. | ww | vz znw .

Ik (pers. vnw.) | loop (ww) | naar (vz) school (znw).

Opdracht (20 minuten)

Maak opdracht 20 en 21 van grammatica blok 5.

Voorbeeld:

lw - znw

zww

lw - bnw - znw

vz - lw - bnw - znw

Hulpwerkwoord of zelfstandig?

Kahoot

Nederlands

28 maart

Programma

- Redekundig ontleden: zinsdelen

- Taalkundig ontleden: woordsoorten

- Waar wil je nog mee oefenen?

Opdracht (10 minuten)

Redekundig ontleden herhalen: maak opdracht 5 van grammatica blok 6.

Klaar? Oefen op cambiumned de zinsdelen die je nog lastig vindt: https://www.cambiumned.nl/theorie/grammatica/zinsdelen/

Opdracht (15 minuten)

1) Zin van vier zinsdelen waar het weer onderwerp is.

2) Zin van vijf zinsdelen waar het weer lijdend voorwerp is.

3) Zin van vijf zinsdelen waar mij lijdend voorwerp is.

4) Zin van zes zinsdelen waar mij meewerkend voorwerp is.

5) bwb - wwg - ond - lv - mv - bwb

6) wwg - ond - bwb - lv - mv - wwg?

1) Zin van vier zinsdelen waar het weer onderwerp is.

Het weer | is | slecht | vandaag.

Het weer | is | heel goed | geweest | deze week.

2) Zin van vijf zinsdelen waar het weer lijdend voorwerp is.

Ik | heb | het weer | in Frankrijk | gevolgd | deze week.

3) Zin van vijf zinsdelen waar mij lijdend voorwerp is.

Hij | ziet | mij | elke woensdag | in de sportschool | sporten.

4) Zin van zes zinsdelen waar mij meewerkend voorwerp is.

Vorige week | heeft | Sara | mij | dat spannende boek | geleend | op woensdag.

Opdracht (10 minuten)

Maak opdracht 11 van grammatica blok 6.

Waar wil je nog mee oefenen?