Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Les 1 Nederlands grammatica blok 1
Nederlands blok 1 grammatica
1 / 34
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Cette leçon contient
34 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Nederlands blok 1 grammatica
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
De meisjes zaten vanmorgen op de bank te eten.
wie
wat
waar
wanneer
waarom
Slide 3 - Diapositive
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Slide 4 - Question ouverte
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Hij kijkt op zijn telefoon.
A
kijkt
B
kijkt op
C
zijn telefoon
D
Hij
Slide 5 - Quiz
Hij is zijn spullen vergeten.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
is
B
is vergeten
C
zijn spullen
D
hij
Slide 6 - Quiz
Hij steekt een lucifer aan.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
steekt
B
hij steekt
C
steekt aan
D
steekt lucifer
Slide 7 - Quiz
Wie heeft mijn scooter gerepareerd?
werkwoordelijk gezegde =
A
Wie
B
heeft
C
heeft gerepareerd
D
mijn scooter
Slide 8 - Quiz
Wat is het Werkwoordelijk gezegde?
A
het eerste werkwoord van een zin.
B
alle werkwoorden samen in een zin.
C
het laatste werkwoord van een zin.
Slide 9 - Quiz
Het werkwoordelijk gezegde is:
A
De pv
B
De pv + alle andere werkwoorden in de zin
Slide 10 - Quiz
Het werkwoordelijk gezegde?
Wie was er vanmiddag aan het spelen?
A
wie
B
was
C
was spelen
D
was aan het spelen
Slide 11 - Quiz
Hoe vind je het onderwerp in een zin?
Slide 12 - Question ouverte
Als onderwerp voor hun werkstuk kozen ze pooldieren.
Onderwerp=
A
Als onderwerp
B
Pooldieren
C
Kozen
D
Ze
Slide 13 - Quiz
Wat is het onderwerp?
Ik kan nu het onderwerp uit een zin halen.
A
Ik
B
kan
C
het onderwerp
D
een zin
Slide 14 - Quiz
Hoe vind je het onderwerp?
A
aan wie/ voor wie
B
wie/ wat+ wwg
C
alle werkwoorden in de zin
Slide 15 - Quiz
Hoe vind je het lijdend voorwerp in een zin?
Slide 16 - Question ouverte
lijdend voorwerp
wie of wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp
De ober brengt het meisje een cola
Vraag: wie of wat brengt de ober?
lijdend voorwerp = een cola
Slide 17 - Diapositive
Lijdend voorwerp?
'Geef je haar je telefoon?'
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quiz
Een zin heeft altijd een lijdend voorwerp.
A
Ja
B
Nee
Slide 19 - Quiz
Lijdend voorwerp
Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Jij kan het lijdend voorwerp in die zin vinden.
A
jij
B
het lijdend voorwerp
C
in die zin
D
kan vinden
Slide 20 - Quiz
Wat is het lijdend voorwerp?
Ik heb haar een boek geleend.
A
ik
B
een boek
C
heb geleend
D
haar
Slide 21 - Quiz
Hoe vind je het lijdend voorwerp?
A
Wie of wat + pv
B
Vraagzin maken
C
Wat + gez. + ow.
D
Alle werkwoorden in de zin noteren.
Slide 22 - Quiz
Onderwerp
Persoonsvorm
Werkwoordelijk
gezegde
Lijdend voorwerp
Dit zinsdeel geeft aan wie of wat iets doet.
Dit zinsdeel overkomt of ondergaat iets.
Dit zinsdeel vertelt wat het onderwerp in een zin doet.
Dit zinsdeel verandert mee als je de zin van tijd verandert.
Slide 23 - Question de remorquage
Wat is het lijdend voorwerp?
gekeken.
Het lijdend voorwerp
We
hebben
vanavond
een serie
Slide 24 - Question de remorquage
Moeder kookte
een heerlijke maaltijd.
Ik zie
haar
.
Wij geven
jullie
een bos bloemen.
Heb je
aan je ouders
geschreven?
Lijdend voorwerp
Geen lijdend voorwerp
Lijdend voorwerp
Geen lijdend voorwerp
Slide 25 - Question de remorquage
Maak opdracht 1.3
Grammatica blok 1
Slide 26 - Diapositive
Voorzetsels
Slide 27 - Diapositive
Voorzetsels
Slide 28 - Carte mentale
Wat is GEEN voorzetsel?
A
hier
B
in
C
tussen
D
wegens
Slide 29 - Quiz
Wat zijn voorzetsels?
A
de, het, een
B
in, voor, achter, sinds
C
raam, deur, wand, vakantie
D
voorlezen, voorspellen, voorzeggen
Slide 30 - Quiz
Wat zijn voorzetsels?
A
de, het, een
B
in, voor, achter
C
raam, deur, wand
D
voorlezen, voorspelen, voorzeggen
Slide 31 - Quiz
Voorzetsels
Wat is geen voorzetsel?
A
Tijdens
B
voor
C
omdat
D
tussen
Slide 32 - Quiz
Wat is een voorzetsel?
A
de
B
naast
C
fietsen
D
fles
Slide 33 - Quiz
Maak opdracht 1.5
Voorzetsels
grammatica blok 1
Slide 34 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Les 1 Nederlands grammatica blok 1
Août 2024
- Leçon avec
39 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Les 1 Nederlands grammatica blok 1 - les 1
Septembre 2024
- Leçon avec
39 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Les 1 Nederlands grammatica blok 1 - les 1
Septembre 2024
- Leçon avec
44 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Les 1 Nederlands grammatica blok 1 - les 2
Septembre 2024
- Leçon avec
50 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Les 1 Nederlands grammatica blok 1 - les 1
Septembre 2024
- Leçon avec
42 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Les 1 Nederlands grammatica blok 1 - les 2
Septembre 2024
- Leçon avec
49 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Nederlands grammatica blok 1
Octobre 2024
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Blok 2 grammatica wwg ow lv, mv / vz, lw, znwd, bnwd
Novembre 2021
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3