Oefentoets rep 2

Oefentoets rep 2
Je mag bij deze toets je boek gebruiken maar probeer het uit je hoofd te doen. Je vult overal maar één keer het antwoord in, ook als dit antwoord fout is. 
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets rep 2
Je mag bij deze toets je boek gebruiken maar probeer het uit je hoofd te doen. Je vult overal maar één keer het antwoord in, ook als dit antwoord fout is. 

Slide 1 - Diapositive

Wat komt er voor
op de toets?

Slide 2 - Carte mentale

Aanwijzend vnw, mannelijk enkelvoud, deze/dit
A
esto
B
este
C
ese
D
eso

Slide 3 - Quiz

Vertaal:
Deze jongen is knap.

Slide 4 - Question ouverte

(Dat)_____es un coche rápido.
A
este
B
esto
C
ese
D
eso

Slide 5 - Quiz

Omschrijf in je eigen woorden mijn ezelsbruggetje bij het aanwijzend vnw.

Slide 6 - Question ouverte

Welke 2 aanw vnw kunnen we gebruiken wanneer er een vorm van SER achter staat?
A
eso
B
este
C
esto
D
ese

Slide 7 - Quiz

Schrijf 2 werkwoorden met klinkerwisseling e-ie op.

Slide 8 - Question ouverte

Mi amiga y yo (querer)______ir de vacaciones juntas.

Slide 9 - Question ouverte

Juist of onjuist?
Yo quero una coca cola por favor.
Juist
Onjuist

Slide 10 - Sondage

Juist of onjuist?
Mis clases empezáis a las ocho y media.
Juist
Onjuist

Slide 11 - Sondage

Juist of onjuist?
Arman y Ezra nunca pierden con quizlet live.
Juist
Onjuist

Slide 12 - Sondage

Yo (pensar)____mucho en ti.

Slide 13 - Question ouverte

¿Tú (preferir)______carne of pescado?

Slide 14 - Question ouverte

Las clases (empezar)____a las ocho y media.

Slide 15 - Question ouverte

¿Qué tú (querer)_____de postre?

Slide 16 - Question ouverte

Waarom
Wie
Hoeveel
Waar
Wanneer
Hoe
por qué
cuándo
dónde
quién
cuánto
cómo

Slide 17 - Question de remorquage

Maak een korte zin met een vraagwoord.

Slide 18 - Question ouverte

Hoe zeg je..
Mijn favoriete gerecht is enchiladas.
A
Mi plato favorita es enchiladas.
B
Mi plato preferido es enchiladas.
C
Mi plato preferida es enchiladas.
D
Mi plato favorito es enchiladas.

Slide 19 - Quiz

Hoe zeg je...
Als voorgerecht heb ik een salade gegeten.
A
De primero he comido una ensalada.
B
De primero he comido lechuga.
C
De primero como una ensalada.
D
De primero comer una ensalada.

Slide 20 - Quiz

Hoe zeg je...
Als hoofdgerecht heb ik kip gegeten.

Slide 21 - Question ouverte

Hoe zeg je...
Als nagerecht heb ik een ijsje gegeten.

Slide 22 - Question ouverte

Welke woorden staan hier?
Tomar, consejo, huevo, cuenta.
A
nemen, advies, meel, verhaal
B
koken, tip, ei, rekening
C
nemen, advies, ei, rekening
D
vragen, tip, ei, verbrand

Slide 23 - Quiz

Welk woord ontbreekt?
Soy vegetariano, no como_____.
A
verduras
B
jamón
C
frutas
D
carne

Slide 24 - Quiz

quemado
fresas
refresco
queso
arroz
ajo
picante

Slide 25 - Question de remorquage

Maak een korte zin met 1 van de woorden uit de vorige slide.

Slide 26 - Question ouverte

Lees de tekst op pagina 25.
Welke 2 talen werden er op de plek waar Julieta woonde gesproken?
A
Engels en Spaans
B
Engels en Mexicaans
C
Italiaans en Spaans
D
Mexicaans en Frans

Slide 27 - Quiz

Waarom heet het liedje Limón y Sal?
A
Omdat zij van citroen en zout houdt.
B
Omdat Engelsen overal zout aan toevoegen.
C
Omdat Mexicanen overal citroen en zout aan toevoegen.
D
Omdat ze niet van citroen en zout houdt.

Slide 28 - Quiz

Aan welk drankje voegt Julieta tomatensap toe?

Slide 29 - Question ouverte

Wie is Caperucita Roja?

Slide 30 - Question ouverte