Vervang het onderwerp door een persoonlijk voornaamwoord
Welke vraag stel je om het onderwerp van de zin te vinden?
Wie of wat + persoonsvorm
Vervang nu het onderwerp door een persoonlijk vnw.
1. Jan en Eva zijn precies even oud.
2. De moeder van Elsbeth is de directeur van de school.
3. Mijn oom is kunstschilder van beroep.