Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
GS4 Nabeschouwing
Kies bij de volgende vragen steeds de juiste staatvorm
Slide 1 - Diapositive
Democratie
Het woord democratie komt van de Griekse woorden:
demos = volk
kratein = beslissen / regeren
Democratie betekent dus het volk beslist!
Slide 2 - Diapositive
Wat betekent democratie?
Slide 3 - Question ouverte
burgerrecht?
Burgerrecht = het recht om mee te beslissen in de Atheense volksvergadering
In Athene hadden alleen mannen ouder dan 18 jaar en geboren in Athene het burgerrecht.
Vrouwen, vreemdelingen en slaven mochten dus niet meebeslissen.
Slide 4 - Diapositive
Internetvraag: Noem 3 burgerrechten die er nu zijn in Nederland.
Slide 5 - Question ouverte
Verschillen met de Nederlandse democratie
Alle mannen en vrouwen >18 jaar
Indirecte democratie
Eerste en Tweede Kamer (binnen)
Verkiezingen (meestal om de 4 jaar)
Betaalde baan
Slide 6 - Diapositive
Directe democratie
rechtstreekse democratie
Wij beslissen zelf over elke wet die gemaakt wordt.
Indirecte democratie
gerepresenteerde democratie
Wij stemmen op volksvertegenwoordigers die namens ons de wetten maken.
Slide 7 - Diapositive
Was Athene een echte democratie?
Slide 8 - Question ouverte
Athene had een indirecte democratie
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quiz
Hoe oud moet je in Nederland zijn om te mogen stemmen?
A
16 jaar
B
21 jaar
C
18 jaar
D
25 jaar
Slide 10 - Quiz
Wat is het verschil tussen een directe en een indirecte democratie? Leg je antwoord uit.
Slide 11 - Question ouverte
Zet de juiste omschrijving in het juiste vakje.
indirecte democratie
directe democratie
Alle mannen en vrouwen ouder dan 18 jaar mogen stemmen
Wij kiezen mensen die voor ons besluiten maken
(volksvertegenwoordigers)
Alle mannen in het land maken samen zelf alle wetten
Verkiezingen (meestal om de 4 jaar)
Alleen mannen met burgerrecht mogen meebeslissen
Slide 12 - Question de remorquage
Griekse
stadstaten
Griekenland bestond nog niet als één land
Er waren steden die als landen werden bestuurd: bijvoorbeeld met een eigen koning
Zo'n zelfstandige stad heet een polis (stadstaat)
Een polis had vaak een centrale god.
Slide 13 - Diapositive
Griekse
stadstaten
Poleis (meervoud van polis) worden op verschillende bestuurd
Ze hebben vaak dezelfde 'Griekse' cultuur, taal en goden
De bekendste poleis waren Athene en Sparta
Slide 14 - Diapositive
Griekenland bestond uit allemaal verschillende stadstaatjes. Wat hadden al die stadstaatjes gemeen? (Wat was overal hetzelfde?)
Het juiste antwoord kun je vinden in het Powercollege.
A
goden, handel en cultuur
B
cultuur, taal en goden
C
cultuur, handel en taal
D
cultuur en handel
Slide 15 - Quiz
Een land waar een koning de baas is
A
monarchie
B
aristocratie
C
tirannie
D
democratie
Slide 16 - Quiz
2. Een land waar het volk de baas is
A
monarchie
B
aristocratie
C
tirannie
D
democratie
Slide 17 - Quiz
3. Een land waar iemand met geweld aan de macht is gekomen.
A
monarchie
B
aristocratie
C
tirannie
D
democratie
Slide 18 - Quiz
4. Een land waar een klein groepje wijze mannen aan de macht is.
A
monarchie
B
aristocratie
C
tirannie
D
democratie
Slide 19 - Quiz
4. Een land waar een klein groepje wijze mannen aan de macht is.
A
oligarchie
B
aristocratie
C
tirannie
D
democratie
Slide 20 - Quiz
5. Een land waar een heel klein groepje rijke mannen aan de macht is.
A
oligarchie
B
aristocratie
C
tirannie
D
democratie
Slide 21 - Quiz
Welke bestuursvorm vind jij het beste? Leg uit waarom. Kies uit: monarchie, democratie, aristocratie, tirannie en oligarchie
Slide 22 - Question ouverte
Bij welke regeervorm hebben mensen de meeste vrijheid? Kies uit: monarchie, democratie, aristocratie, tirannie en oligarchie
Slide 23 - Question ouverte
Bij welke regeervorm zouden filosofen de meeste kritiek op hun leiders kunnen geven? Kies uit: monarchie, democratie, aristocratie, tirannie en oligarchie
Slide 24 - Question ouverte
Bij welke regeervorm ontstaan de meeste wetenschap en kunst, denk je? Kies uit: monarchie, democratie, aristocratie, tirannie en oligarchie
Slide 25 - Question ouverte
Is je antwoord op deze vraag nu veranderd, of hetzelfde gebleven? Welke bestuursvorm vind jij het beste?