Ontleden oefenen.

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Hoe vind je de persoonsvorm?

Alberto wil een hippe vogel zijn.

1. persoonsvorm
2. gezegde
3. onderwerp
4. lijdend voorwerp

Alberto wil een hippe vogel zijn.

1. persoonsvorm
2. gezegde
3. onderwerp
4. lijdend voorwerp

Alberto wil een hippe vogel zijn.

1. persoonsvorm
2. gezegde
3. onderwerp
4. lijdend voorwerp

Alberto wil een hippe vogel zijn.

1. persoonsvorm
2. gezegde
3. onderwerp
4. lijdend voorwerp

Alberto wil een hippe vogel zijn.

1. lidwoord
2. persoonlijk voornaamwoord
3. bezittelijk voornaamwoord
4. bijvoeglijk naamwoord

Alberto wil een hippe vogel zijn.

1. lidwoord
2. persoonlijk voornaamwoord
3. bezittelijk voornaamwoord
4. bijvoeglijk naamwoord

Welke lidwoorden kennen we?

Welke vraag stel je bij het meewerkend voorwerp?

Welke voorzetsels
staan in de mop?

Wat zijn de zelfstandige naamwoorden in de mop?

Er lopen twee oenen over straat. Zegt de ene oen tegen de andere: 'Mag ik nu in het midden lopen?'

In de volgende zinnen zit een fout. Typ de zinnen goed:

1. Ik pak jou tas.

2. Dat is de jas van me moeder.

Persoonsvorm?
Simon zou een nieuwe computer willen kopen.

Gezegde?
Simon zou een nieuwe computer willen kopen.

Onderwerp?
Simon zou een nieuwe computer willen kopen.

Zelfstandig naamwoord??
Simon zou een nieuwe computer willen kopen.

Lidwoord??
Simon zou een nieuwe computer willen kopen.

Bijvoeglijk naamwoord??
Simon zou een nieuwe computer willen kopen.

Persoonlijk voornaamwoord?
Zij gooide tijdens het carnaval het geld over de balk.

Bijwoordelijke bepaling?
Zij gooide tijdens het carnaval het geld over de balk.

Meewerkend voorwerp?

Elise speelt viool voor een groot publiek

Succes met de