2/2 Het interbellum

Tijd van de Wereldoorlogen
Van kwaad tot erger


1. Oorzaken van de Eerste Wereldoorlog 
2. De Eerste Wereldoorlog
3. Het Interbellum
4. De Tweede Wereldoorlog
5. Gevolgen Tweede Wereldoorlog
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Tijd van de Wereldoorlogen
Van kwaad tot erger


1. Oorzaken van de Eerste Wereldoorlog 
2. De Eerste Wereldoorlog
3. Het Interbellum
4. De Tweede Wereldoorlog
5. Gevolgen Tweede Wereldoorlog

Slide 1 - Diapositive

Interbellum =
A
Periode tussen de 1e en 2e Wereldoorlog.
B
Periode vanaf het begin van de 1e Wereldoorlog.
C
Periode vanaf de 2e Wereldoorlog.
D
Periode van de 1e en 2e Wereldoorlog samen.

Slide 2 - Quiz

Hoe komt het dat juist in Amerika
de 'Roaring Twenties' ontstonden?
A
De vraag klopt niet, ook in Europa was er een vergelijkbare ontwikkeling.
B
Amerika had veel kolonies en had daardoor een goede economie.
C
Europa lag in puin na WOI en moest eerst weer opbouwen.
D
Roaring Twenties, roerige jaren, mensen waren erg druk met het verwerken van WOI.

Slide 3 - Quiz

                 

                          - Uitleggen dat de VS
                             een consumptiema.
                             waren in '20.
                          - 2 gevolgen noemen
                             van economische 
                             crisis jaren 30.
                          - 4 kenmerken van
                             fascisme noemen +
                             populariteit NSDAP.
LEERDOELEN
Na deze les kun je maken:
  • LB 16.4

Slide 4 - Diapositive

Het Dawesplan
Populair fascisme.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

leent 
geld aan...
DAWESPLAN
Populair fascisme.
land?
land?
land?
betaalt herstelbetalingen...
betaalt oorlogsschulden...

Slide 7 - Question de remorquage


Hiernaast zie je Charles Dawes, de bedenker van het herstelprogramma 'het Dawesplan' 

Het Dawesplan werkte goed tot eind 1929.
Welke historische gebeurtenis zorgde ervoor dat het Dawesplan  daarna niet meer werkte?
A
de Beurskrach in de Verenigde Staten
B
de bezetting van het Ruhrgebied
C
de inflatiepolitiek van de Duitse overheid
D
de invoering van het Verdrag van Versailles

Slide 8 - Quiz

In 1929 stortte de beurs op Wall Street in. Het gevolg 
daarvan was een wereldwijde economische crisis. 
Duitsland werd door deze crisis extra zwaar getroffen.

Waarom werd Duitsland extra zwaar getroffen 
door de wereldwijde economische crisis?

Slide 9 - Carte mentale

Het fascisme



Kijkvraag:
Welke kenmerken van het fascisme worden genoemd?
Populair fascisme.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Noem zoveel mogelijk kenmerken van het fascisme
Populair fascisme.

Slide 12 - Carte mentale

Fascisme is een ...
Populair fascisme.
A
politieke beweging die gelooft in nationalisme en antidemocratie.
B
politieke beweging die gelooft in gelijkheid en militairisme.
C
politieke beweging die geloofd in gelijkheid en nationalisme.
D
politieke beweging die gelooft in gelijkheid en antidemocratie.

Slide 13 - Quiz

De Dolkstootlegende
De Dolkstootlegende

Slide 14 - Diapositive

Welke omschrijving klopt NIET als je gelooft in de 'dolkstootlegende' ?
Populair fascisme.
A
Duitse leger was verraden
B
Duitse leger was verslagen
C
Duitsland tekende de wapenstilstand
D
Regering is niet te vertrouwen

Slide 15 - Quiz

DE NSDAP 
(Nationaalsocialistische 
Duitse Arbeiderspartij)


  • Adolf Hitler sluit zich aan en   wordt uiteindelijk partijleider.

  • Gebaseerd op Italiaans fascisme, plus antisemitisme (jodenhaat).

Slide 16 - Diapositive

BRAND!

  • Op 27 februari 1933 werd de Reichstag in brand gestoken.

  • Hitler geeft de communisten de schuld. Hij kreeg ''tijdelijk'' alle macht, zodat hij de communisten kon oppakken.

Slide 17 - Diapositive

- -  1924 - - - 1928 - - - 1930 - - - - - - - - - - - - - 1932 - - - - - - - 1933 - -
Wat is de relatie tussen 
het aantal werklozen en 
het percentage nationaal-socialistische zetels?

(Wat hebben ze met 
elkaar te maken?)
De rijksdagverkiezingen van 5 maart 
1933 werden gewonnen door de NSDAP. 

Slide 18 - Carte mentale

De NSDAP maakt van Duitsland een totalitaire staat.

Sleep de woorden naar de juiste plek.
geheime politie
gelijkschakeling
vervolging
indoctrinatie
propaganda
censuur
terreur

Slide 19 - Question de remorquage

                 

                          - Uitleggen dat de VS
                             een consumptiema.
                             waren in '20.
                          - 2 gevolgen noemen
                             van economische 
                             crisis jaren 30.
                          - 4 kenmerken van
                             fascisme noemen +
                             populariteit NSDAP.
LEERDOELEN
Nu kun je maken:
  • LB 16.4
Wil je meer leren? Maak:
  • LB Hoofdstuk 17!

Slide 20 - Diapositive

INTERNE factoren in de opkomst van Hitler en de NSDAP
EXTERNE factoren in de opkomst van Hitler en de NSDAP
Effectieve propagandatechnieken
Hitler kon goed speechen
Intimidatie door de SA
Grote werkeloosheid
Weinig vertrouwen in de democratie
De economische wereldcrisis
Bevolkingsgroepen zijn zondebok
Beloftes van werkgelegenheid
Woede over Verdrag van Versailles

Slide 21 - Question de remorquage


Deze vraag gaat over een conclusie (vaardigheden)

Een uitspraak: Uit de bron kun je opmaken dat 
Hitler (en zijn partij NSDAP) zonder de economische wereldcrisis niet zo machtig was geworden. 

Kies de juiste uitleg:
A
Je ziet in de bron dat de populariteit van de NSDAP voor de crisis al hoog is
B
Je ziet in de bron dat de populariteit van de NSDAP omhoog gaat in de jaren '30 als de de crisis begint.
C
Je ziet in de bron dat de populariteit van de NSDAP omhoog gaat als Hitler de oorlog wilt beginnen

Slide 22 - Quiz

Stel een vraag over
iets dat je nog niet zo
goed hebt begrepen.

Slide 23 - Question ouverte