Unit 2.1

Past Simple Present Perfect
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Past Simple Present Perfect

Slide 1 - Diapositive

Past simple - vorm+ gebruik
Twee opties:
1. Werkwoord + ed
2. 2e vorm van een onregelmatig werkwoord: go - went - gone

Iets is in de verleden tijd gebeurd en afgerond.

Slide 2 - Diapositive

Present perfect
  • Om dingen aan te duiden die begonnen zijn in het verleden en die doorgaan tot op heden.
  • Om nieuwsfeiten aan te duiden.
  • Bij ervaringen uit het verleden, gecombineerd met never of ever.
  • Wanneer de tijdsperiode waarover je spreekt nog niet is afgelopen.
  • Bij acties die steeds herhaald werden tot op heden.
  • Bij acties die voltooid werden in een zeer recent verleden.

Slide 3 - Diapositive

Present perfect 
Vaak staan woorden als “ever, never, yet, already, for, just, since” in de zin.  
Dit zijn signaal woorden voor jou om de zin in een present perfect te zetten en herkennen! 
FYNE JAS
 For - Yet - Never - Ever - Just - Already - Since


Slide 4 - Diapositive

Hoe maak je de present perfect
A form of have + past participle (voltooid deelwoord)


Slide 5 - Diapositive

Voltooid deelwoord in Engels

De gewone regel is: stam van het werkwoord + "-d" of "-ed"
to work = Harry has worked --- to move = Ron has moved

Wanneer een werkwoord eindigt op een medeklinker + -y, vervang je de “y” door “i” en krijg je -ied: --- to study = Hermione has studied

Wanneer een werkwoord eindigt op een klinker + -y, volg je de gewone regel: to play = Hagrid has played with the Netflix settings.

Slide 6 - Diapositive

Irregular verbs
Blz. 127

Slide 7 - Diapositive

Past simple vs present perfect
Wat is in grote lijnen het verschil tussen de past simple en de present perfect?

Slide 8 - Diapositive

He ..... (have) already ..... (pay) for it.

Slide 9 - Question ouverte

Simon ........... (live) in Amsterdam since 2001.

Slide 10 - Question ouverte

I ...... (lose) my cat.

Slide 11 - Question ouverte

My computer .......... (crash).

Slide 12 - Question ouverte

We ......... (live) here for twenty years now.

Slide 13 - Question ouverte

What didn't go well?

Slide 14 - Question ouverte

What went well?

Slide 15 - Question ouverte

Objectives
  • Je kan aan het einde van de les de present perfect en past simple herkennen en toepassen. 

Slide 16 - Diapositive