Dictee 4 Nederlands VSO ZML Leerroute 3-4

Dictee 4 Nederlands
VSO ZML Leerroute 3-4-5
(niveau groep 5 primair onderwijs)
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Dictee 4 Nederlands
VSO ZML Leerroute 3-4-5
(niveau groep 5 primair onderwijs)

Slide 1 - Diapositive

Dictee 4 Nederlands
Woorden met 
aai
ooi
oei




Slide 2 - Diapositive

Aan het eind van het woord hoor je een j
maar die schrijf je niet op
bij aai - ooi - oei




Slide 3 - Diapositive

waai

Slide 4 - Diapositive

kooi

Slide 5 - Diapositive

loei

Slide 6 - Diapositive

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 7 - Question ouverte

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 8 - Question ouverte

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 9 - Question ouverte

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 10 - Question ouverte

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 11 - Question ouverte

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 12 - Question ouverte

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 13 - Question ouverte

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 14 - Question ouverte

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 15 - Question ouverte

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 16 - Question ouverte

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 17 - Question ouverte

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 18 - Question ouverte

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 19 - Question ouverte

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 20 - Question ouverte

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 21 - Question ouverte

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 22 - Question ouverte

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 23 - Question ouverte

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 24 - Question ouverte

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 25 - Question ouverte

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 26 - Question ouverte

Niet alles goed geschreven?
Maak je niet druk.
Je hebt weer heel wat geleerd vandaag!

Slide 27 - Diapositive

Veel goed? Mooi!
Veel fout? 
Ook fraai, want dan heb je vandaag veel geleerd!

Slide 28 - Diapositive