H4_2HV

Ga lezen in je leesboek
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Ga lezen in je leesboek

Slide 1 - Diapositive

Weekplanning
  • Lezen § 4.3 opdr. 2, 3, 4, 5, 6, 7, 11, 12, 13, 14, 15 en 16, blz. 20 t/m 26
  • Historische roman lezen
  • Toetsbespreking

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Vidéo

Activeren
Activerende tekst: schrijver probeert lezer tot actie aan te zetten. 
Tekstdoelen: activeren + informatie geven.
Lay-out (opmaak van een tekst.

Slide 5 - Diapositive

Lesplanning
  • Lezen § 4.3 opdr. 2, 3, 4, 5, 6, 7, 11
  • Klaar? opdr. 12, 13, 14, 15 en 16, blz. 20 t/m 26
  • Historische roman lezen

Slide 6 - Diapositive

Ga lezen in je leesboek

Slide 7 - Diapositive

Middel > doel
Fabrikanten van voedingsmiddelen willen veel verkopen. Om dat te bereiken gebruiken ze in hun productinformatie termen als 'geen vet', 'extra vitamines' en 'licht verteerbaar'. Ook hebben ze regelmatig kortingsacties. Ten slotte spelen ze handig in op de verlangens van mensen door middel van reclamekreten als 'de lekkerste' en 'eenvoudig te bereiden'.

Slide 8 - Diapositive

Middel > doel
Fabrikanten van voedingsmiddelen willen veel verkopen. Om dat te bereiken gebruiken ze in hun productinformatie slimme termen als 'geen vet', 'extra vitamines' en 'licht verteerbaar'. Ook hebben ze regelmatig kortingsacties. Ten slotte spelen ze handig in op de verlangens van mensen door middel van reclamekreten als 'de lekkerste' en 'eenvoudig te bereiden'. 


Doel
Signaalwoord
Middel(en) > een opsomming aan middelen > ook, ten slotte

Slide 9 - Diapositive

Welk tekstverband?
  • Als ik dit jaar overga, (dan) mag ik met de uitwisseling mee naar Spanje en Portugal.
  • Als jij alles voor mij inpakt, koop ik iets lekkers voor onderweg.
  • Hij mag vanavond naar de bioscoop, mits hij zijn huiswerk maakt.

Slide 10 - Diapositive

Voorwaardelijk tekstverband
  • Als ik dit jaar overga, (dan) mag ik met de uitwisseling mee naar Spanje en Portugal.
  • Als jij alles voor mij inpakt, koop ik iets lekkers voor onderweg.
  • Hij mag vanavond naar de bioscoop, mits hij zijn huiswerk maakt.

Slide 11 - Diapositive

Lesplanning
  • Historische roman lezen
  • Bespreken: Lezen § 4.3 opdr. 2, 3, 4, 5, 6, 7, 11
  • opdr. 12, 13, 14, 15 en 16, blz. 20 t/m 26
  • Woorden

Slide 12 - Diapositive

Ga lezen in je boek

Slide 13 - Diapositive

Lesplanning
  • Historische roman lezen
  • Bespreken: Lezen § 4.3 opdr. 11, 14, 15 en 16, blz. 20 t/m 26
  • Woorden § 4.5 opdr. 4, 5, 7, 8, 9, 10, 13 en 14, blz. 36-44

Slide 14 - Diapositive

Vorming zelfstandige nw
1: Van een werkwoord


het + hele werkwoord
huilen – het huilen
werkwoord + achtervoegsel
lopen – de loper
vergaderen – de vergadering
repareren – de reparatie

Slide 15 - Diapositive

Vorming zelfstandige nw
2. van een bijvoeglijk naamwoord
• bn + achtervoegsel
blij – de blijheid
klein – het kleintje

3. van twee losse woorden. Het nieuwe zn is dan een samenstelling
• bn + zn
snel + de trein – de sneltrein
• zn + zn
tuin + huis – het tuinhuis
• werkwoord + zn
drink + water – het drinkwater


Slide 16 - Diapositive

Vorming zelfstandige nw
4. door een voor- of achtervoegsel aan een zn te plakken


• zn + achtervoegsel
de baron – de barones
de echtgenoot – de echtgenote
• voorvoegsel + zn
de vijand – de aartsvijand
de oom – de oudoom

Slide 17 - Diapositive

Lesplanning
  • Historische roman lezen
  • Bespreken: Lezen § 4.3 opdr. 11, 14, 15 en 16, blz. 20 t/m 26
  • Woorden § 4.5 opdr. 4, 5, 7, 8, 9, 10, 13 en 14, blz. 36-44

Slide 18 - Diapositive

Ga lezen in je boek

Slide 19 - Diapositive

Weekplanning
  • Woorden § 4.5 opdr. 4, 5, 7, 8, 9, 10, 13 en 14, blz. 36-44
  • Grammatica zinsdelen § 4.7: opdr. 3, 4, 7 en 9, blz. 51 t/m 56
  • Grammatica woordsoorten § 4.8: opdr. 1, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 11 en 15, blz. 58 t/m 65

Slide 20 - Diapositive

Grammatica zinsdelen
Ontleed de volgende twee zinnen:

  1. Denk je dat jouw favoriete mode-item straks ouderwets gevonden wordt?
  2. Je ziet nu veel jongeren met Adidas Campus, Gazelle en Spezial lopen.

Slide 21 - Diapositive

Grammatica zinsdelen
Ontleed de volgende twee zinnen:

  1. Denk I je I dat II jouw favoriete mode-item I straks I ouderwets I gevondenI wordt?
       pv/wg    o     lv                         o                                      bwb      bwb                    wg              pv/ wg

Straks = bwb van tijd
Ouderwets = hoedanigheid

Slide 22 - Diapositive

Grammatica zinsdelen
Ontleed de volgende twee zinnen:

  1. Je I ziet I nu I veel jongeren I met Adidas Campus, Gazelle en Spezial I lopen.
       o I pv/wg  I bwb I o                    I   bwb                                                                          I wg

nu = bwb van tijd
met Adidas.... = bwb 

Slide 23 - Diapositive

Lesplanning
  • Grammatica zinsdelen § 4.7: opdr. 3, 4, 7 en 9, blz. 51 t/m 56

Slide 24 - Diapositive

Ga lezen in je boek

Slide 25 - Diapositive

Lesplanning
  • Grammatica zinsdelen § 4.7: opdr. 3, 4, 7 en 9, blz. 51 t/m 56
  • Grammatica woordsoorten § 4.8: opdr. 1, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 11 en 15, blz. 58 t/m 65

Slide 26 - Diapositive

Ga lezen in je boek

Slide 27 - Diapositive

Weekplanning
  • Spelling 4.9: opdr. 1, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 10 en 11, blz. 66-72
  • Aftekenen (4.3, 4.5, 4.7, 4.8 en 4.9)
  • Extra oefenen online + Cambiumned.nl




Doel 4.9:
  • voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord goed spellen
  • tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord goed spellen
  • leestekens (apostrof, trema en accenten) goed spellen

Slide 28 - Diapositive

Trema
  • Als je in één woord twee klinkers niet als één klank mag lezen: ruïne, havoër
  • In het meervoud van zn die eindigen op -ee: ideeën, feeën
  • In het meervoud van zn die eindigen op -ie: kopieën, categorieën



Je schrijft het trema (") op de plek waar de nieuwe lettergreep begint. 

Slide 29 - Diapositive

Apostrof
  • Als je letter(s) weglaat: Ik zie 'm in 't clubhuis.
  • Bij de bezit 's op de s-klank of lange klinker: Dennis' les, Anna's fiets 
  • Na cijfers, afkortingen en afleidingen: A4'tje, vwo'er, cd'tje

Slide 30 - Diapositive

Accent
Accent aigu: De accent aigu ´ is het streepje dat van linksonder naar rechtsboven wijst. Dit teken wordt gebruikt als de letter moet worden verlengd. Het zou dus moeten klinken als een ‘ee’.
Voorbeeld: café, cliché, paté

Accent grave: De accent grave ` is het streepje dan van linksboven naar rechtsonder wijst. Het wordt in ingeburgerde Franse woorden alleen gebruikt op de e. De e moet dan uitgesproken worden als de ‘e’ in blèren. 
Voorbeeld: première, crème

Accent circonflex: Het zijn vooral Franse woorden die dit accent hebben. In het Nederlands blijft dit teken op sommige Franse woorden staan vanwege de uitspraak. Dit is dan een iets langere, nasale klank.
Voorbeeld: crème fraîche, enquête

Slide 31 - Diapositive

Ga lezen in je boek

Slide 32 - Diapositive

Lesplanning
  • Aftekenen! (4.3, 4.5, 4.7, 4.8 en 4.9)
  • Extra oefenen: 
  • online Ta!ent (Magister): Test jezelf en Versterk jezelf
  • www.cambiumned.nl (spelling en grammatica)
  • maak de leestaak van 4.3 (en kijk na!)






Slide 33 - Diapositive