Les 1 betoog vwo 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

10 minuten lezen

Het (gebeuren) regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.

De docent (herhalen) de werkwoordspelling regelmatig.

Nu de kerst (naderen), zijn de dagen van deze (vetmesten) kalkoenen (tellen).

(worden) je volgend jaar ook nog elke dag uit school gehaald als je samen met je ouders naar het platteland (verhuizen)?

]

Les 1 - betoog 

vwo 3 - periode 3 

Wat weet je over het betoog?

Verschillende soorten argumenten

1.controleerbare  feiten of onderzoek

2. ervaring

3. nuttige of gewenste (on)gevolgen

4. gezag of autoriteit

5. vergelijking

6. voorbeelden

7.veronderstelling of vermoedens

8.moreel argument

9. emotioneel argument

soorten argumenten

• objectieve argumenten-> feiten, gegevens uit onderzoek (feitelijk) 

• subjectieve argumenten-> mening, vermoeden, voorspelling (waarderend) 

Soorten argumenten (1)

- Feitelijk argument: een argument dat te controleren is (onderzoeksbevinding etc.)

- Ervaringsargument: een ervaring die de spreker zelf heeft meegemaakt, wordt als argument

- Nut of (on)gewenst gevolg: een argument waarbij genoemd wordt wat er zal gebeuren wanneer de stelling werkelijkheid wordt

- Gezagsargument: iemand/iets met autoriteit (expertise) op een bepaald gebied wordt gebruikt als argument

Soorten argumenten (2)

- Veronderstelling / vermoeden: een argument gebaseerd op een algemeen aanvaarde opvatting

- Vergelijkingsargument: twee zaken worden met elkaar vergeleken (landen, bevolkingsgroepen e.d.)

- Emotioneel argument: een argument gebaseerd op gevoel of intuïtie

- Moreel argument: een argument gebaseerd op een levensovertuiging of ideaal (normen/waarden)

Ik verwacht niet dat Jeroen Dijsselbloem in de Tweede Kamer blijft. Ik kan me niet voorstellen dat dat werk hem nog genoeg uitdaging zal bieden.

1. vermoeden/veronderstelling
2. vergelijking
3. feitelijk
4. nut

We kunnen beter een ander restaurant uitzoeken, want ik ben al twee keer ziek geworden van het eten daar.

1. moreel argument
2. feitelijk argument
3. vergelijkingsargument
4. veronderstelling / vermoeden

Het nieuwe boek ‘Daar komen de vliegen’ van David Pefko is een erg goed boek. Recensent Rob Schouten noemt het namelijk in Trouw ‘een boek van on-Nederlandse kwaliteit’.

1. gezagsargument (autoriteit)
2. feitelijk argument
3. vergelijkingsargument
4. ervaringsargument

Ik zou maar veel lezen want literaire klassiekers en poëzie kunnen je helpen je beter over je situatie na te laten denken. Literatuur heeft zo een therapeutische werking. Dat blijkt uit onderzoek van Wetenschappers van de Universiteit van Liverpool.

1. veronderstelling / vermoeden
2. moreel argument
3. vergelijkingsargument
4. gezagsargument (autoriteit)

Ook al ben je nog zo’n goede voetballer en verdien ze nog zoveel, belasting betalen behoort iedereen te doen.

1. nut of (on)gewenst gevolg
2. veronderstelling / vermoeden
3. moreel argument
4. feitelijk argument

Zorg ervoor dat je plastic niet in de natuur achterlaat. Dieren zijn niet altijd in staat plastic van voedsel te onderscheiden. Zo voorkom je onnodig dierenleed.

1. gezagsargument (autoriteit)
2. nut of (on)gewenst gevolg
3. veronderstelling / vermoeden
4. moreel argument

10 minuten lezen

Werkwoordspelling:
Waarom (groeten) jij mij gisteren niet?

We nemen alle meubilair over, als u ons dit huis (verhuren).

Als je wilt, (zenden) ik de spullen vandaag nog naar je op.

Een Amsterdamse vrouw werd in Rotterdam (beroven) van haar juwelen.

Les 2 - betoog 

vwo 3 - periode 3 - 11 december

argumentatiestructuren 

Bespreken huiswerk :

 opdracht 14 blz. 69

Argumentatiestructuur

Enkelvoudige argumentatie

(on)afhankelijke nevenschikkende argumentatie

Onafhankelijke nevenschikkende
argumentatie

Afhankelijke nevenschikkende

argumentatie

onderschikkende argumentatie

Welke argumentatiestructuur?

1. Enkelvoudige argumentatie
2. Onderschikkende argumentatie
3. Nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumenten
4. Nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten

Welke argumentatiestructuur 

1. nevenschikkend - onafhankelijk
2. nevenschikkend - afhankelijk
3. onderschikkend
4. onder- en nevenschikkend

Welke argumentatiestructuur?

Ik heb écht niets met haar: ik val op grappige, kleine vrouwen en zij is groot en altijd bloedserieus.

1. Enkelvoudig
2. Onderschikkend
3. Afhankelijk nevenschikkend
4. Onafhankelijk nevenschikkend

Op weg naar een sterk betoog....

• overtuigende tekst 
• zelfgekozen onderwerp 
• o.b.v. bronnen 
• 5 voorbereidende lessen 
• 2 toets lessen 
• opdracht binnen portfolio

Stellingen / onderwerpen 

Kies een onderwerp dat je interesseert en waar je je de komende lessen in wilt verdiepen. 

structuur betoog (doel:overtuigen)

inleiding: - aandachttrekker / pakkende opening

                 - onderwerp duidelijk maken 

                 - stelling / standpunt

kern: - argument 1 met subargumenten / onderbouwing

           - argument 2 met subargumenten / onderbouwing

           - tegenargument met weerlegging

slot: - korte samenvatting belangrijkste argumenten

          - conclusie = standpunt in andere woorden

          - uitsmijter / pakkende slotformulering / terugkoppelen naar  aandachttrekker

Eerste STAPPEN 

(huiswerk)

> Stelling/standpunt kiezen 

> Uit welk probleem komt dit standpunt voort?

> 3 bronnen zoeken (krantenbank)
> inlezen