Les 20 BL & SP

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Les 20; Begrijpend lezen & WW spelling.

1. Inchecken: Hoe voel jij je? Hoe voel ik me?
   
2. De vorige les (kort nabespreken).
3. Belangrijk.
4. Opwarmertje: meten/meetkunde, de waarde van getallen, afronden.
5. Instructie (TT + VT (zwakke en sterke ww) + voltooid deelwoord).
6. Thuisopdracht (WW spelling en BL)
7. Evaluatie.

Inchecken. Jij & ik.

Hoe voel je je?

1. Fijn/blij/enthousiast
2. Neutraal/rustig/stabiel
3. Droevig/boos/gestrest/pijn

De vorige les: begrijpend lezen / 

werkwoordspelling

Weet je nog de drie regels van het afronden van getallen?

We gaan het gemaakte werk samen bespreken. 

• BL: De drone van pieter.

1,5

• Werkwoordpakket 14 TT/VT/VOLT.DW zin 20-24.

Alles goed, maar waarom ´schat´?

Belangrijk: Is er nog iets dat besproken moet worden, voordat we kunnen starten met de les?

Vanuit jou?

Vanuit mij?

Opwarmertje: Rekenen.

Doelen: 

1. Het omrekenen van lengtematen, inhoudsmaten en gewichtsmaten (ook kommagetallen).
2. De waarde van getallen bepalen.

Jij doet het zelf (schrift):                                        Jij doet het zelf (schrift):

19 l =                                hl                                             Hoeveel TD in                                                                                                                                     3.524.625,396?

Opwarmertje: Afronden.

Doel: De regels van het afronden van getallen kunnen toepassen.

• De regels van het afronden.

1. Kijk altijd naar 1 cijfer meer als waar je naar afrond en zet een streep.
2. Is het cijfer waar je naar moet kijken een 1,2,3,4 dan blijft het getal ervoor hetzelfde. Is het cijfer waar je naar moet kijken een 5,6,7,8,9 dan wordt het getal ervoor 1 groter.
3. Met een getal mag je maar één keer afronden.

Ik doe het voor:                                                                                 Jij doet het na:

Rond 4,3 af op een heel getal.                                                   Rond 32,9 af op een heel getal. 

Rond 0,075 af op tiende.                                                              Rond 1,886 af op honderdste.

Instructie: Werkwoordspelling.

Doel: TT/VT/VOLT.DW

Ik doe het voor:

Werkwoordpakket 15 zin 21.

Jij doet het na:

Werkwoordpakket 15 zin 22-24.

Instructie: Werkwoordspelling.

Doel: TT/VT/VOLT.DW

Je doet het zelf (schrift):

Werkwoordpakket 16 zin 1-3.

Let op! Ik wil dat je in je schrift ook opschrijf:

• Bij tt of het onderwerp een ik/hij/wij vorm is.
• Bij vt of het een sterk of zwak ww is. Of het onderwerp in enkelvoud of meervoud is.

Instructie: Thuiswerkopdrachten.

We bespreken de thuisopdracht voor begrijpend lezen en voor werkwoordspelling.

Begrijpend lezen

Tekst ´Water is voor honden´ en opdracht 1-5.

Werkwoordspelling

De juiste vervoegingen opschrijven in de TT en VT van de sterke en zwakke werkwoorden en van de voltooid deelwoorden.

• Werkwoordpakket 12 zin 1-5.

Thuiswerkopdrachten: Via WhatsApp.

• De thuiswerkopdrachten stuur ik via WhatsApp.
• Deze wordt in het schriftje met lijntjes gemaakt. Denk aan de schriftregels.

• Ik stuur je een herinnering via WhatsApp als je het vergeet op te sturen.
• We bespreken de opdrachten de volgende les na.

Evaluatie: Les 20

Geef op iedere vraag een antwoord om te kijken of de doelen van deze les behaald zijn, om te kijken of er nog veel of weinig oefening nodig is.

Rond 1022,1 af op een heel getal.

eten volt.dw
Gisteren hebben de kinderen erg
goed ..................... in het restaurant.