Groep 1: De leerling praat voortdurend door jou heen.
Groep 2: De leerling speelt met spullen of maakt geluiden (zoals tikken op de tafel).
Groep 3: De leerling trekt continu de aandacht van klasgenoten (grappen maken, stoelen verschuiven)
Groep 4: De leerling weigert opdrachten te maken en roept: ‘Dit is stom!’
Groep 5: Er ontstaat gelach of rumoer na een opmerking van een leerling