Toptaal A0A1 17 augustus

Wat gaan we vandaag doen?

- herhaling woorden thema 3
- herhaling werkwoorden
- voorzetsels
- zinnen van thema 3 oefenen
- dictoglos


1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wat gaan we vandaag doen?

- herhaling woorden thema 3
- herhaling werkwoorden
- voorzetsels
- zinnen van thema 3 oefenen
- dictoglos


Slide 1 - Diapositive

In Duitsland heeft het heel veel geregend. Ja, ik zag het op het ...........
A
feest
B
gauw
C
nieuws
D
geven

Slide 2 - Quiz

Wil je suiker in de thee? Ja, maar niet teveel. Ik wil een ...............
A
weekje
B
heerlijk
C
lekker
D
beetje

Slide 3 - Quiz

Ik kom niet naar de les vandaag, want ik ben ..............
A
ziek
B
koud
C
slecht
D
warm

Slide 4 - Quiz

Ik zie mijn opa en oma vaak. Ons ............. is heel goed.
A
bezoek
B
contact
C
zitten
D
zelf

Slide 5 - Quiz

Ik ......... niet naar het feest. (mogen)
A
mog
B
mag
C
meg
D
mug

Slide 6 - Quiz

......... jij Nederlands? (spreken)
A
sprek
B
spreekt
C
spreek
D
sprekt

Slide 7 - Quiz

Dinant ................ uit Turkije. (komen)
A
koom
B
koomt
C
komen
D
komt

Slide 8 - Quiz

Waar .............. de zus van Petra? (wonen)
A
woont
B
wont
C
woon
D
wonen

Slide 9 - Quiz

........ Wouter ......... naar het strand? (meegaan)
A
ga, mee
B
Meegaat
C
Gaat, mee
D
Mee, gaat

Slide 10 - Quiz

Mijn buren ............... een hond. (nemen)
A
nemen
B
neemen
C
neemt
D
meen

Slide 11 - Quiz

Ik ben heel ................. naar de verhalen over jouw vakantie!
A
weten
B
nieuw
C
groot
D
benieuwd

Slide 12 - Quiz

Wat .................. de docent vandaag doen? (willen)
A
wilt
B
wil
C
will
D
willen

Slide 13 - Quiz

Veertig jaar geleden werd ik geboren op deze dag. Ik ben vandaag .........
A
verjaardag
B
gefeliciteerd
C
oud
D
jarig

Slide 14 - Quiz

Wat ............ de kinderen van Sinterklaas? (krijgen)
A
krijgt
B
krijg
C
krijgen
D
krijggen

Slide 15 - Quiz

Je hebt alles opgegeten! Je bord is ............... leeg.
A
altijd
B
vaak
C
soms
D
helemaal

Slide 16 - Quiz

Over 15 minuten is het drie uur. Het is .............. voor drie.
A
kwartier
B
kwart
C
kwarts
D
kwarter

Slide 17 - Quiz

Het nieuws begint om 8 uur ..................
Tekst
A
avond
B
s avonds
C
s' avonds
D
's avonds

Slide 18 - Quiz

Ik heb een Lidl in de b............t. Dat is fijn!

Slide 19 - Question ouverte

Ik woon naast Ingrid. Ingrid is mijn b....................w.

Slide 20 - Question ouverte

Welk woord ontbreekt?
maandag - d..................- woensdag

Slide 21 - Question ouverte

Het g..................t

Slide 22 - Question ouverte

Ben je v................g thuis?

Slide 23 - Question ouverte

1000 gram kip is hetzelfde als een ..................... kip.

Slide 24 - Question ouverte

Hebt ................ kinderen, mevrouw?

Slide 25 - Question ouverte

Jij hebt een kat. De kat is van j..................

Slide 26 - Question ouverte

De buren hebben een caravan. De caravan is van ......................

Slide 27 - Question ouverte

Ik koop fruit, b........................d bananen.

Slide 28 - Question ouverte

De verkoper zegt: "anders nog ....................., meneer?".

Slide 29 - Question ouverte


Slide 30 - Question ouverte




De voltooide tijd

Slide 31 - Diapositive

De vriendinnen hebben vandaag ......... (fietsen)

Slide 32 - Question ouverte

De zonnebloem is erg groot geworden. Hij is .............. (groeien)

Slide 33 - Question ouverte

Heb jij jouw rijbewijs ....................? (halen)

Slide 34 - Question ouverte

De kapper heeft mijn haar veel te kort ................ (knippen)

Slide 35 - Question ouverte

De manager heeft mij nog niet ................. (bellen)

Slide 36 - Question ouverte

het heeft de hele dag ................. (regenen)

Slide 37 - Question ouverte

De cursisten hebben goed naar de uitleg ................. (luisteren)

Slide 38 - Question ouverte