H3.2 Macht I

• Maatschappijwetenschappen
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Wat weten we nog van de vorige keer?

KERNCONCEPT Sociale ongelijkheid (2)

Een situatie waarin (1) tussen mensen in al dan niet (2), consequenties hebben voor hun (3) en leiden tot een (4) van schaarse en hooggewaardeerde zaken, van waardering en behandeling.

Noem de 3 soorten van sociale ongelijkheid.

Wat willen we vandaag bereiken?

- Kennismaken met het kernconcept macht.

- Je weet het verschil tussen macht op microniveau, mesoniveau en macroniveau.

- Je weet het verschil tussen formele en informele macht.

- Je kent de 4 soorten machtsbronnen: economische, cognitief, affectief en politiek.

KERNCONCEPT Macht (1)

Het vermogen om                           in te zetten om bepaalde                             te bereiken en de handelingsmogelijkheden van anderen te                    of te                   .

hulpbronnen

doelstellingen

vergroten

beperken

Soorten macht

Economisch
Schaarse goederen

Cognitief
Waardevolle kennis

Politiek

Middelen om legitieme dwang uit te oefenen 

( overheid, wetten, regels, boetes)

Affectief

Vermogen om anderen emotioneel te binden

4 filmpjes met steeds dezelfde vragen

Speelt deze situatie of microniveau, mesoniveau of macroniveau? ( uitleg nivea's)

Gaat het in deze situatie om economische, cognitieve, affectieve of politieke macht?

Welke hulpbron herken je in deze situatie?

Welke doelstelling wil men bereiken in deze situatie?

Hoe worden de handelingsmogelijkheden van anderen beperkt of vergroot?

Op welk niveau speelt deze machtssituatie van de ME en hooligans?

1. Macro
2. Meso
3. Micro

Op welk machtsbron is de macht van de ME gebaseerd?

1. Economisch
2. Politiek
3. Cognitief
4. Affectief

1) Welke hulpbron herken je in de situatie van de ME?
2) Welke doelstelling wil de ME bereiken in deze situatie?
3) Hoe worden de handelingsmogelijkheden van anderen beperkt of vergroot door de ME?

Op welk niveau speelt deze machtssituatie in de Titanic?

1. Macro
2. Meso
3. Micro

Op welk machtsbron is de macht van Rose (het meisje) gebaseerd?

1. Economisch
2. Politiek
3. Cognitief
4. Affectief

1) Welke hulpbron herken je in de situatie van Rose (het meisje) in de Titanic?
2) Welke doelstelling wil Rose bereiken in deze situatie?
3) Hoe worden de handelingsmogelijkheden van anderen beperkt of vergroot door Rose?

Op welk niveau speelt deze machtssituatie van Assange?

1. Macro
2. Meso
3. Micro

Op welk machtsbron is de macht van Assange gebaseerd?

1. Economisch
2. Politiek
3. Cognitief
4. Affectief

1) Welke hulpbron herken je in de situatie van Assange?
2) Welke doelstelling wil Assange bereiken in deze situatie?
3) Hoe worden de handelingsmogelijkheden van anderen beperkt of vergroot door Assange?

Op welk niveau speelt deze machtssituatie in de oliepassage?

1. Macro
2. Meso
3. Micro

Op welk machtsbron is de macht in de oliestaat gebaseerd?

1. Economisch
2. Politiek
3. Cognitief
4. Affectief

1) Welke hulpbron herken je in de situatie van de oliepassage in Iran?
2) Welke doelstelling wil Iran bereiken in deze situatie?
3) Hoe worden de handelingsmogelijkheden van anderen beperkt of vergroot door Iran?

KERNCONCEPT Macht (2)

Het (1) om hulpbronnen in te zetten om bepaalde (2) te bereiken en de (3) van anderen te beperken of te vergroten.

KERNCONCEPT Sociale ongelijkheid (3)

Een situatie waarin (1) in al dan niet (2), consequenties hebben voor hun (3) en leiden tot een (4).