T2 Taalverzorging H3 verwijswoorden

Lesdoel: je weet wat verwijswoorden zijn en kan deze toepassen in zinnen met de, het-woorden en meervoud
-
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Lesdoel: je weet wat verwijswoorden zijn en kan deze toepassen in zinnen met de, het-woorden en meervoud
-

Slide 1 - Diapositive

Zit je klaar met jouw boek op blz 82, jouw schrift en een pen?
A
ja
B
ja, natuurlijk!
C
een momentje nog
D
sowieso

Slide 2 - Quiz

Maak een foto van je gemaakte huiswerk. (opdracht 4 en 5)

Slide 3 - Question ouverte

Nakijken
Opdracht 4 samen
Opdracht 5 einde les

Slide 4 - Diapositive

Heb je nog een vraag over de stof?

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

DUS 
die/deze/dat/dit?

Ik heb een nieuwe tas gekocht ... goed bij mijn jas past.

Slide 7 - Diapositive

DUS 
die/deze/dat/dit?
Het is de tas --> dus: die of deze? 
Ik heb een nieuwe tas gekocht die goed bij mijn jas past.
Ik schop tegen een hek ... niet goed sluit. 
het hek --> dat

Slide 8 - Diapositive

Even oefenen:
Noteer het juiste verwijswoord

Slide 9 - Diapositive

Het liefst eet Maan PURE CHOCOLADE, want die vindt ze lekkerder dan melkchocolade.

Slide 10 - Question ouverte

In 2015 opende HET JONGERENCENTRUM voor het eerst zijn deuren.

Slide 11 - Question ouverte

Noteer het juiste verwijswoord:

Slide 12 - Diapositive

Pak een leeg A2-papier en vouw haar / het in vieren.

Slide 13 - Question ouverte

De bibliotheek wordt volgende week heropend, nadat hij / zij is verbouwd.

Slide 14 - Question ouverte

Ken jij Patricks zusje? Dat / Die komt volgend jaar ook bij ons op school.

Slide 15 - Question ouverte

Maak van twee zinnen een samengestelde zin met een voegwoord dat tussen haakjes staat.

Slide 16 - Diapositive

Voorbeeld:
Herman drinkt thee. Herman houdt niet van koffie. (want)
Herman drinkt thee, want hij houdt niet van koffie. 

Slide 17 - Diapositive

Er zijn weinig kaarten verkocht voor de toneelvoorstelling. We stellen DE TONEELVOORSTELLING uit. (dus)

Slide 18 - Question ouverte

Onze buren lieten hun huis schilderen. ONZE BUREN waren op vakantie. (terwijl)

Slide 19 - Question ouverte

Huiswerk voor DONDERDAG:
Je weet het juiste verwijswoord in een zin te plaatsen en je hebt gemaakt opdracht 1 t/ 6 van Taalverzorging/formuleren H3 (blz. 82 e.v.)

Slide 20 - Diapositive

Is alles duidelijk en weet wat je moet gaan doen nu?

Slide 21 - Carte mentale