Workshop - Dit ben ik, burgerschap

• Drama
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

WELKOM!

WORKSHOP: 

DIT BEN IK

Uitleg hoe jullie kunnen samenwerken

• Elkaar op een leuke manier leren kennen
  
• Jezelf op een leuke manier leren kennen
• Hoe belangrijk jullie inzet is
  
• Respect hebben voor elkaar
  
• Veel lachen en gezelligheid, maar wel luisteren
  
• Opvolgen van aanwijzingen en uitleg
  
• Binnen de workshop speel je soms rollen, buiten deze workshop ben je weer jezelf. 

Stemniveaus

Stemniveau 0 = iedereen werkt in stilte

Stemniveau 1 = Je praat zachtjes, je fluistert, geluid blijft bij je buurman of buurvrouw

Stemniveau 2 = Je praat zachtjes binnen je groepje, iedereen binnen je groepje kan je horen

Stemniveau 3 = Je praat luid genoeg, zodat de hele klas je kan horen

Stemniveau 4 = Je praat zo hard dat je over al het geluid uit te horen bent, schreeuwen. 

Programma vandaag

1. Elkaars namen leren kennen.
2. Uitleg drama
3. Indeling groepjes
4. Enkele spellen
5. Pauze
6. Dit ben ik kunstwerk maken

kennismaking

Namenspel:

Je stelt jezelf voor. Je zegt je naam en zegt er achteraan wat je voor het laatst hebt gegeten of gedronken. Let goed op de andere leerlingen, want jij begint met wat je buurman of buurvrouw heeft gegeten, stelt jezelf voor en zegt dan wat je zelf hebt gegeten of gedronken. 

Wat is Drama?

Doen alsof, meestal met 

Je eigen lichaam

Mimiek

Je eigen stem

Houding

Emoties

Duo-opdracht: Veranderingen

De docent verdeelt de klas in duo's: 

• Een leerling is de kijker, de andere leerling doet een freeze houding met zijn eigen lichaam
• De kijker kijkt heel goed naar hoe de freeze leerling staat en draait zich weer van deze leerling af. De kijker draait zich om van de andere leerling. 
• De leerling in freeze, verandert hele kleine dingen aan de houding, bijvoorbeeld, een arm anders, een voet scheef, andere gezichtsuitdrukking (Mimiek). Op een teken van de leerling in freeze houding, mag de kijker weer draaien en raden wat er is veranderd. Je wisselt elke ronde wie de kijker is. Iedere leerling  moet minimaal 6x de kijker zijn geweest. 
• Probeer eens met je gezicht en lichaam te laten zien of je boos bent, stoer, verdrietig, gevaarlijk, of iets anders kan verzinnen! De ander moet raden wat je probeert te laten zien. (Emoties)

Opdracht: 

Standbeeldenmuseum

Een leerling gaat naar de gang en is de bewaker van een museum. 

De andere leerlingen kiezen voor zichzelf wat ze willen uitstralen: stoer, verdrietig, blij, vrolijk, sterk, enz. Alle leerlingen nemen een bijpassende freeze houding aan om dit uit te beelden, verdeeld door het lokaal. De bewaker komt terug van de gang en wandelt rustig door het museum. De bewaker gaat benoemen wat jij als standbeeld uitstraalt. Raad hij het goed, dan ga je naar de zijkant. Bedenk goed wat je gaat uitstralen, hoe langer je staat hoe minder herkenbaar je uitstraling is!!! Samenwerken mag. 

Spellentafels:

Hoe zie jij jezelf, hoe zien andere jou? 

Kies een vel met een silhouet naar keuze. Zelf je eigen silhouet maken mag ook!

Verzamel per tafel woorden in je silhouet die je bij jouw persoonlijkheid vindt passen. Vergeet niet je naam erop te zetten!!

Per tafel zie je wat de bedoeling is aan de hand van de spelregels. Zorg dat je alle tafels langs bent gegaan en met andere aan de tafel het spel hebt gespeeld om woorden te verzamelen. 

Stemniveaus

Stemniveau 0 = iedereen werkt in stilte

Stemniveau 1 = Je praat zachtjes, je fluistert, geluid blijft bij je buurman of buurvrouw

Stemniveau 2 = Je praat zachtjes binnen je groepje, iedereen binnen je groepje kan je horen

Stemniveau 3 = Je praat luid genoeg, zodat de hele klas je kan horen

Stemniveau 4 = Je praat zo hard dat je over al het geluid uit te horen bent, schreeuwen. 

digitalescheurkalender.com

AAN DE SLAG! - in tweetallen

Wat moet je doen? 

Hoe pak je het aan? 

Trek je eigen lijf om op papier

Vorm een twee-tal. Om de beurt gaat er iemand op het grote vel papier liggen.

Denk na over de houding waarin je gaat liggen, welke houding past bij jou?

De ander maakt de omtrek met een dikke stift. Zelf ga je alles wat te maken heeft met wie jij bent in tekst verwerken in je lijf. Jij bepaalt waar je je tekst wel schrijft en waar niet. 

EN VERDER?

Hulp​​? bij wie/waar vind je hulp​​

Tijd​​? Hoeveel tijd krijg je?​​

Uitkomst​​? Wat doen we ermee?​​

Vraag je het aan een buurman of buurvrouw of steek je je vinger op​​ en ik kom langs

40 minuten

Exposeren aan de andere leerlingen

Let op: anoniem betekent geen eigen naam op je kunstwerk zetten. Aan de achterkant kan wel je naam. 

AFRONDING WORKSHOP

1 woord of kort zinnetje, wat neem je voor je jezelf mee uit deze workshop

Is er tijd over, kort gesprekje met elkaar hoe jullie de dag hebben ervaren

Wat vind jij belangrijk
aan vriendschap?

Welk karaktereigenschap
zou jij nog aan kunnen werken?

Noem een positieve
karaktereigenschap van jezelf