Maandag 16 oktober

Maandag 16 oktober
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo kLeerjaar 5

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Maandag 16 oktober

Slide 1 - Diapositive

Woordenschat
Doel: 
We leren nieuwe woorden 

Slide 2 - Diapositive

Rekenen les 11
breuken 

Doel:
breuken ordenen en vergelijken

Wat is een breuk?



Slide 3 - Diapositive

Uitleg 

Slide 4 - Diapositive

Uitleg 
>     groter dan
<     kleiner dan 
                            =   hetzelfde, gelijk, evenveel

Slide 5 - Diapositive

We maken samen opdracht 1 en 2.

Maak opdracht 3 t/m 6.
Klaar? Kijk opdrachten 1 t/m 6 na. 

Maak opdracht 7 t/m 9. 
Klaar? Kijk de opdrachten na.



Slide 6 - Diapositive

Wat heb je geleerd?

Slide 7 - Diapositive

Tekst lezen van disk
We lezen de tekst 3x.
Daarna opdracht met fouten.

Slide 8 - Diapositive

Ster in schrijven
Les 1
Doel: formulier invullen 

Slide 9 - Diapositive

Grammatica les 8
Doel:
We leren het schrijven van het meervoud.

Wat is het meervoud? 
Schrijf het meervoud van:
Broek, schoen, jongen, oma 

Slide 10 - Diapositive

Meervoud -en -s of 's
1. Het meervoud is meestal -en
kranten, fietsen, boeken
2. Na é, e, el, en, er, em, ie en je is het meervoud s
jongens, lepels, vakanties
3. Na a, i, o, i, u, y is het meervoud 's
auto's, taxi's 

Slide 11 - Diapositive

Meervoud -en -s of 's
Wat is het meervoud van:
café?
ring?
nagel?
fiets?
tante?

Slide 12 - Diapositive

Lezen
We lezen stil in ons eigen boek. 
Doel: we leren nieuwe woorden en we leren beter lezen. 

Slide 13 - Diapositive

Taak 1 disk 
                               Doel: Schrijf en praat over wat je eet 
1. Wat eet en drink je op een dag in Nederland?
Wat eet en drink je op een dag in je geboorteland?

Vul het schema in. 
Zoek ook woorden op internet of in het woordenboek.
Schrijf ook de tijd op wanneer je eet.


Slide 14 - Diapositive

2. Wat vind je niet zo lekker? Wat vind je vies?
Vul in.


Slide 15 - Diapositive

3. Vergelijk je schema van opdracht 1 met dat van een andere leerling.
- Wat is anders? Wat is hetzelfde?
- Vertel ook welk eten je lekker vindt.
- Vertel welk eten je vies vindt.
- Vertel welk eten uit jouw geboorteland je in Nederland het meest mist.

Slide 16 - Diapositive

4. Schrijf over eten in je geboorteland. Schrijf een titel boven de tekst.
Gebruik de vragen.
- Welk eten is typisch voor je geboorteland? Hoe heet het?
- Eet je het koud of warm?
- Is het zoet of zout?
- Eet je het als ontbijt, lunch, avondeten of tussendoor?
- Vind je het lekker?

Slide 17 - Diapositive

Lesson up
Doel: we oefenen met de nieuw woorden.

Klaar?
Nog even in disk oefenen met de woorden van het thema eten.

Slide 18 - Diapositive

Disk taak 4
1. Je gaat praten over gezond en ongezond eten en drinken.
Wat vind jij? Leg uit waarom je dat vindt.
Vul het schema in.

2. Vergelijk jullie antwoorden van opdracht 1. Welke meningen zijn anders?
Kies er een. Praat daar samen over.

Slide 19 - Diapositive