3. Desinformatie, misinformatie en malinformatie

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 1

Terugblik

Lesdoelen: aan het einde van deze les

• De student kan uitleggen wat desinformatie, misinformatie en malinformatie is.
• De student kan uitleggen wat er door sommige media gebruikgemaakt wordt van onjuiste informatie.

Wat vinden jullie van de video? Hoe geloofwaardig is de video?

Hoe zou het zijn als je niet wist dat deze video nep was? Wat kan er gebeuren als er onware informatie wordt aangeboden?

Hoe weet je of de informatie die je vindt waar is?

Beginsituatie

Desinformatie: het bewust creëren en verspreiden van onware of misleidende informatie om geld te verdienen of iemand zijn/haar mening te beïnvloeden.

Misinformatie: misleidende informatie die gemaakt is zonder die kwaadwillende bedoeling. De verspreider weet niet dat de informatie niet klopt.

Malinformatie: correcte informatie, die wordt verspreid met als doel om een land, organisatie of persoon te beschadigen.

Lees onderstaand bericht.

1. Geloof je de boodschap?

2. Wat zou je doen met deze informatie?

3. Hoe zou je reageren als je moeder of vader dit bericht verspreidt op Facebook of Twitter?

4. Wat zou je doen als je docent deze informatie deelt?

5. En wat zou je ervan vinden als je huisarts deze informatie deelt?

6. Maak het voor de geloofwaardigheid van het verhaal uit wie het deelt?

Opdracht 2

1. Formuleer de voor- en nadelen van desinformatie. Eén voordeel en één nadeel.

2. Overleg in groepjes welke zijn bedacht door iedereen.

3. Maak met de klas een gezamenlijke balansweegschaal. Zorg er voor dat jullie de voor- en nadelen aan beide zijden van de weegschaal neer zetten. Wat weegt het zwaartst?

Evaluatie/Reflectie

• De student kan uitleggen wat desinformatie, misinformatie en malinformatie is.
• De student kan uitleggen wat er door sommige media gebruikgemaakt wordt van onjuiste informatie.