Week 7: Blok 4 Lezen BK 4.14 + 4.15

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Nederlands

Planning week 7

Lezen BLOK 4 BK

4.14 + 4.15

Nieuwsbegrip Online

Werken aan je presentatie: beroepen!

Leerdoelen

Aan het einde van deze week:

• kun je de kernzin in een alinea aanwijzen;
• kun je een samenvatting maken;
• kun je de hoofdgedachte van een tekst benoemen.

Les 1

Lekker lezen in je boek 

Les 2

Uitleg Lezen blok 4 BK

4.14

Theorie 

Hoofdzaken: belangrijkste informatie

Bijzaken: helpen je om de tekst beter te begrijpen

Kernzin: dit is zijn de hoofdzaken, staan vaak in de eerste of laatste zin van een alinea 

Alle informatie in een tekst is even belangrijk

1. Waar
2. Niet waar

De belangrijkste informatie noem je de hoofdzaak.

1. Waar
2. Niet waar

De hoofdzaak maakt de tekst leuker om te lezen

1. Waar
2. Niet waar

Bijzaken zijn onbelangrijk, daarom kun je ze beter overslaan als je een tekst leest

1. Waar
2. Niet waar

De kernzin van een alinea is meestal de eerste of de laatste zin.

1. Waar
2. Niet waar

Aan de slag 

Blok 4 LEZEN BK

4.14: 1.1 t/m 2.10 

Klaar? Opstromen --> Lezen OF

Lezen in je boek

Les 3

Uitleg Lezen blok 4 BK 

4.15

 

Samenvatting maken met kernzinnen

De beste manier om een tekst helemaal te begrijpen, is het maken van een samenvatting. Het is een slimme manier om de informatie uit teksten te onthouden voor een toets. Ook als je een werkstuk maakt, is het maken van een samenvatting in je eigen woorden handig.

Op deze manier maak je een goede samenvatting:

• Zoek de kernzin in elke alinea.
• Maak van de kernzinnen een goedlopend verhaaltje.
• Gebruik je eigen woorden als je de tekst daardoor beter begrijpt.

Hoofdgedachte 

Er is een manier om een nog kortere samenvatting te maken van een tekst. Beantwoord dan deze vraag: wat is het belangrijkste dat de schrijver zegt over het onderwerp van de tekst?

Probeer dit in één zin te zeggen. Deze zin is de hoofdgedachte van de tekst.

In een samenvatting zet je de belangrijkste dingen uit een tekst.

1. Waar
2. Niet waar

De hoofdgedachte van een tekst is: in één zin opschrijven wat de schrijver over het onderwerp van de tekst zegt.

1. Waar
2. Niet waar

Twee teksten hetzelfde onderwerp gaan, hebben ook altijd dezelfde hoofdgedachte.

1. Waar
2. Niet waar

De hoofdgedachte van een tekst is: wat de schrijver in zijn hoofd over de tekst denkt.

1. Waar
2. Niet waar

Aan de slag 

Blok 4 LEZEN BK

4.15: 5.1 + 6.1 t/m 7.7 

Klaar? Opstromen --> Lezen OF 

Lezen in je boek 

Klaar? Lezen in je boek 

Les 5

Nieuwsbegrip tekst + sleutelvragen

Les 6

Nieuwsbegrip Online + afmaken opdrachten Op Niveau

Huiswerk

NIEUWSBEGRIP ONLINE

Woordenschat 

Andere tekstsoort week 7

LEZEN BLOK 4 BK

4.14: 1 t/m 2.10 

4.15: 5.1 + 6.1 t/m 7.7