Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Unité 3: voca, mettre, bijvoeglijk naamwoord II
BONJOUR
Bonjour
et
bienvenue!!
1 / 41
suivant
Slide 1:
Diapositive
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
41 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
40 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
BONJOUR
Bonjour
et
bienvenue!!
Slide 1 - Diapositive
Jeudi 16 janvier 2025
Lesdoelen -> Aan het eind van de les:
heb je met het vocabulaire geoefend
ken je de dagen van de week
kun je het werkwoord
mettre
vervoegen
De volgende keer:
het bijvoeglijk naamwoord (bnw)
Slide 2 - Diapositive
Waar staat 'van hout'?
A
en plastique
B
en métal
C
en bois
D
en papier
Slide 3 - Quiz
Waar staat 'de mond'?
A
la bouche
B
la peau
C
la vie
D
les yeux
Slide 4 - Quiz
Waar staat 'het ding'?
A
l'objet
B
la fin
C
la forme
D
le truc
Slide 5 - Quiz
Waar staat 'vierkant'?
A
rond
B
la forme
C
la taille
D
carré
Slide 6 - Quiz
Waar staat 'zwaar'?
A
léger, légère
B
lourd
C
l'endroit
D
la peau
Slide 7 - Quiz
Waar staat 'de ogen'?
A
les yeux
B
la bouche
C
les cheveux
D
la personne
Slide 8 - Quiz
Waar staat 'het verhaal'?
A
l'amitié
B
il entend
C
l'histoire
D
l'accident
Slide 9 - Quiz
vendredi
A
woensdag
B
donderdag
C
vrijdag
D
zaterdag
Slide 10 - Quiz
dinsdag
A
mercredi
B
mardi
C
samedi
D
lundi
Slide 11 - Quiz
dimanche
A
zondag
B
dinsdag
C
woensdag
D
donderdag
Slide 12 - Quiz
donderdag
A
mardi
B
lundi
C
samedi
D
jeudi
Slide 13 - Quiz
De quoi as-tu besoin ? (Wat heb je nodig?)
ton ordinateur
ton livre ouvert à la page 115
Slide 14 - Diapositive
timer
0:45
'mettre' betekent ...
Slide 15 - Carte mentale
Vul de juiste vorm in van 'mettre'.
Je ne ... pas le pantalon vert.
A
ai mis
B
metts
C
mets
D
met
Slide 16 - Quiz
(Hij zet) ... les nouvelles chaises dans
l'appartement.
Slide 17 - Question ouverte
Elles ... (trekken aan) toujours des jupes.
Slide 18 - Question ouverte
Sleep de juiste vorm van
mettre
naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il
elle
on
nous
vous
ils
elles
je
tu
mettons
mettent
mets
mettez
met
Slide 19 - Question de remorquage
Passé composé van het werkwoord mettre:
juiste vorm van avoir + mis
Vrai
Faux
Slide 20 - Sondage
Vertaal: wij hebben gelegd
Slide 21 - Question ouverte
Les exercices
Fais les exercices 8A à 8D
Dans ton livre (boek) ou en ligne (online)
Tu as fini (al klaar?) > maak ex 8E (herhaling van ww op -er en prendre)
Slide 22 - Diapositive
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
Geef een voorbeeld!
timer
0:45
Slide 23 - Question ouverte
Wat is GEEN bnw?
A
lourd
B
légère
C
malheureux
D
décider
Slide 24 - Quiz
Wat is GEEN bnw?
A
car
B
timide
C
mauvais
D
amusant
Slide 25 - Quiz
Wat is GEEN bnw?
A
compliqué
B
rond
C
stupide
D
la forme
Slide 26 - Quiz
Waar moet je in het Frans op letten als je een bijvoeglijk naamwoord gebruikt?
1. de
vorm
van het bijvoeglijk naamwoord
(mannelijk, vrouwelijk, enkelvoud, meervoud)
2. ...
Slide 27 - Diapositive
mannelijk enkelvoud
vrouwelijk enkelvoud
mannelijk meervoud
vrouwelijk meervoud
belle
beau
belles
jolis
lourd
nouvelle
nuls
mauvaises
ronde
amusant
intéressantes
mignons
Slide 28 - Question de remorquage
De
vorm
van het bijvoeglijk naamwoord
Slide 29 - Diapositive
Het bnw krijgt geen extra ...
-e bij vrouwelijk enkelvoud als het mannelijk enkelvoud al eindigt op een -e
jaun
e
> une robe
jaune
-s bij mannelijk meervoud als het mannelijk enkelvoud al eindigt op een -s
néerlandai
s
> deux élèves
néerlandais
-s bij mannelijk meervoud als het mannelijk enkelvoud eindigt op een -x
vieu
x
> j'aime les
vieux
films
Slide 30 - Diapositive
Als het bnw mannelijk enkelvoud eindigt op ...
-x
, eindigt de vrouwelijke vorm op
-se
heureu
x
- heureu
se
jalou
x
- jalou
se
-f
, eindigt de vrouwelijke vorm op
-ve
sporti
f
- sporti
ve
intensi
f
- intensi
ve
Slide 31 - Diapositive
Bijzondere vormen van het bnw
vieux (
vieil
) -
vieille
- vieu
x
- vieilles
nouveau (
nouvel
) -
nouvelle
- nouveau
x
- nouvelles
beau (
bel
) -
belle
- beau
x
- belles
bon - bon
n
e - bons - bonnes
blanc - blanc
h
e - blancs - blanches
fou -
folle
- fous - folles
long - long
u
e - longs - longues
gros - gros
s
e - gros - grosses
Slide 32 - Diapositive
Als het bnw mannelijk enkelvoud eindigt op
-eau
, komt er geen -s maar een
-x
achter bij mannelijk meervoud
b
eau
- beau
x
nouv
eau
- nouveau
x
-al
, eindigt het mannelijk meervoud op
-aux
internation
al
- internation
aux
région
al
- région
aux
Slide 33 - Diapositive
Waar moet je in het Frans op letten bij een bijvoeglijk naamwoord?
1. ...
2. de
plek
van het bijvoeglijk naamwoord
(voor of achter het zelfstandig naamwoord)
Slide 34 - Diapositive
Wat is de plek van het bnw in de volgende zin?
Je porte un jean bleu.
A
VOOR het znw
B
ACHTER het znw
Slide 35 - Quiz
Wat is de plek van het bnw in de volgende zin?
Louise est une fille française.
A
VOOR het znw
B
ACHTER het znw
Slide 36 - Quiz
Wat is de plek van het bnw in de volgende zin?
Intouchables est un film amusant.
A
VOOR het znw
B
ACHTER het znw
Slide 37 - Quiz
Wat is de plek van het bnw in de volgende zin?
Il a un petit frère.
A
VOOR het znw
B
ACHTER het znw
Slide 38 - Quiz
Hoofdregel
: het bnw staat in het Frans
ACHTER
het znw
un film
amusant
une voiture
noire
deux filles
anglaises
Uitzonderingen
: deze bnw staan
VOOR
het znw
beau - bon - joli
grand - long - petit
jeune - vieux - nouveau
gros - mauvais - haut
(rijmpje uit je hoofd leren!)
Slide 39 - Diapositive
Lesdoelen -> Aan het eind van de les:
heb je met het vocabulaire geoefend
ken je de dagen van de week
kun je het werkwoord
mettre
vervoegen
weet je hoe het zit met het bijvoeglijk naamwoord (bnw)
Slide 40 - Diapositive
Verder oefenen...
vocabulaire
>
appr. 1 + 2 herhalen +
appr. 4 leren
dagen van de week
> blijven herhalen!
ww mettre
>
appr 3 herhalen
(+ ex. 8F en 8G (p. 124) maken)
bnw
>
maken ex. 16A, 16B (p. 101)
(+ ex. 16F (p. 126))
(
rood
= huiswerk)
Slide 41 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Unité 3: voca, mettre, bijvoeglijk naamwoord II
Mai 2024
- Leçon avec
35 diapositives
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Unité 3: voca, mettre, bijvoeglijk naamwoord II
Décembre 2024
- Leçon avec
35 diapositives
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Unité 3: voca, mettre, bijvoeglijk naamwoord II
Décembre 2024
- Leçon avec
35 diapositives
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
herhaling bijvoeglijk naamwoord (voca, mettre)
il y a 20 jours
- Leçon avec
37 diapositives
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
1HV - bijv nw plaats en spelling unité 5 appr. 5
Février 2019
- Leçon avec
20 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
1HV - bijv nw plaats en spelling unité 5 appr. 5
il y a 2 jours
- Leçon avec
20 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Klas 2Havo Grandes Lignes H2 Bijvoeglijk Naamwoord
Décembre 2020
- Leçon avec
35 diapositives
Frans
Voortgezet speciaal onderwijs
Middelbare school
havo
Leerroute H
Leerjaar 2
2H - Unité 3 bijvoeglijk nw/mettre
Décembre 2023
- Leçon avec
43 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2