Lesbezoek literatuuranalyse spanning

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom DH4!

Deze les:

Terugblik thema/motieven

Literatuuranalyse - spanning

Opdracht

Terugblik thema/motieven

Wat is een thema in een verhaal? Wat zijn motieven? Welke ken je?

Noteer om-en-om wat jullie weten hierover.

Literatuuranalyse - spanning

Hoe kan de schrijver spanning creëren?

Noteer voor jezelf minimaal 3 manieren.

Open plek

Spanning ontstaat door open plekken; iets wat voor de lezer verborgen wordt gehouden en later pas wordt verteld

-> wat is daar het gevolg van bij de lezer?

Manieren om spanning te creëren

Hoe kunnen deze onderwerpen van literatuuranalyse bijdragen aan de spanning in een verhaal? 

• tijd
• ruimte/setting
• personages 
• perspectief

Ga hierover in gesprek met je buur en noteer in 

steekwoorden jullie bevindingen.

Soorten spanning

(1) Actiespanning ontstaat door directe gebeurtenissen die 

de personages meemaken -> zoals?

(2) Psychologische spanning speelt zich af in het hoofd van het personage. Het gaat om de gedachtes en gevoelens; de angst om wat er zou kunnen gebeuren

-> vaak leidt psychologische spanning tot actiespanning

Klassikale opdracht

We lezen gezamenlijk de tekst 'De kater komt later'. 

Beantwoord tijdens het lezen:

1. Wanneer wordt er spanning opgeroepen? Waardoor komt dat?
2. Wanneer is er van welk soort spanning sprake?

https://bruuttaal.nl/bronnen/DeKaterkomtlater.pdf 

Leerdoelen

Je kan de begrippen psychologische spanning en actiespanning in eigen woorden uitleggen en je begrijpt het verschil tussen deze begrippen.

Je kan het begrip open plek in eigen woorden uitleggen en aanwijzen in een verhaal. 

Je kan uitleggen wat er bijdraagt aan spanning in het verhaal aan de hand van de begrippen actie en psychologische spanning, open plekken, tijdversnelling en -vertraging, de ruimte, de personages en het perspectief.

Literatuuranalyse mindmap

Spanning

Ruimte

Tijd

Personages 

Thema/motieven

Maak op het A3-vel een mindmap. Hierin verwerk je alle behandelde begrippen. Noteer in steekwoorden wat ze betekenen en verbind ze waar mogelijk met elkaar.

Tip: denk eerst zelf na wat je nog weet en pak daarna je aantekeningen/boek erbij.