BSR 24/01 u3bd Lezen H3

Open je boek alvast op blz 82-83.
Log alvast in op LessonUp
(de code staat  linksonder in beeld).

Start van het hoofdstuk
blz. 82-83: Lezen H3
Voordat we beginnen:
Welkom U3BD
Hoofdstuk 3
SMAAK
timer
3:00
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Open je boek alvast op blz 82-83.
Log alvast in op LessonUp
(de code staat  linksonder in beeld).

Start van het hoofdstuk
blz. 82-83: Lezen H3
Voordat we beginnen:
Welkom U3BD
Hoofdstuk 3
SMAAK
timer
3:00

Slide 1 - Diapositive

Waar werken in deze les naartoe?
  • Na deze les herken ik signaalwoorden die een tekstverband van opsomming
    of tegenstelling aangeven.

Slide 2 - Diapositive

Deze les              45 minuten
Starten met hoofdstuk 3 (opening)
Herhaling Lezen H1 en H2.
Startopdracht klassikaal maken
Uitleg Lezen H3
Oefening maken Lezen H3
Gezamenlijk afronden

10 minuten
10  minuten
 5 minuten
 5 minuten
 10 minuten
 5 minuten

Slide 3 - Diapositive

Leg in eigen woorden uit wat 'smaak' betekent.

Slide 4 - Question ouverte

Tongbrekerstest
Lees eerst de zes tongbrekers hieronder voor jezelf goed door. Doe dan samen met een klasgenoot de tongbrekerstest. Lees ze om de beurt hardop voor. Wie kan de meeste tongbrekers foutloos opzeggen?
1. De slome slak eet slappe sla.
2. De kat krabt de krullen van de trap.
3. Zij sneed zeven scheve sneden brood.
4. Drie dikke drilboren drillen door drie dikke deuren.
5. De koetsier poetst de postkoets met de postkoetspoets.
6. Ping en Pong speelden pingpong: Ping pingpongde de pingpongbal naar Pong en Pong pingpongde de pingpongbal naar Ping.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Startopdracht

Slide 8 - Diapositive

Minecraft
De tekst wordt voorgelezen.

Bladzijde 84. 

Daarna vul je twee woorden in bij startopdracht 
bovenaan de bladzijde.

Slide 9 - Diapositive


Wat bedoelen ze met publiek bij een tekst?
Wat is het verschil tussen een feit en een mening?
Hoe noem je de eerste alinea van een tekst?
Welke doelen kan een tekst hebben?
Lezen H1 en H2. 
Hoe zat het ook alweer?

Slide 10 - Diapositive

Leg in eigen woorden uit wat wordt bedoeld met het 'publiek' van een tekst of video.

Slide 11 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen een feit en een mening?

Slide 12 - Question ouverte

Hoe noem je de eerste alinea van een tekst?
A
de start
B
de inleiding
C
de opening
D
het slot

Slide 13 - Quiz

Welke doelen kan een tekst of video hebben?

Noem twee doelen.

Slide 14 - Question ouverte

Hoe zat het ook alweer?
Tekstdoelen: de schrijver wil iets bereiken met de tekst, hij heeft een doel.


Tekstdoel
De schrijver wil...
Tekstsoort
Informeren
dat je iets te weten komt.
nieuwsbericht, artikel in krant of tijdschrift, schoolboektekst
Overtuigen
dat je dezelfde mening als de schrijver krijgt.
reactie op een website/Insta of ingezonden brief
Instrueren
uitleggen hoe je iets moet doen.
recept, handleiding, gebruiksaanwijzing
Activeren
dat je iets gaat doen.
reclametekst of advertentie
Waarschuwen 
dat je iets niet doet.
reclametekst, advertentie of folder
Adviseren
je raadt geven.
folder (van bijv. de apotheek).
Amuseren
je vermaken.
strip, mop, cabarettekst, verhaal.

Slide 15 - Diapositive

Tekstverband         Signaalwoorden
Opsommend tekstverband
ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook, verder, en, bovendien
Tegenstellend tekstverband
tegenover, maar, toch, echter, aan de ene kant ... aan de andere kant.

Slide 16 - Diapositive

Uitlegfilmpje!

Slide 17 - Diapositive

Opsommend of tegenstellend verband?

Ik heb last van mijn enkel, toch ga ik vanavond voetbaltrainen.
A
Opsommend verband
B
Tegenstellend verband

Slide 18 - Quiz

Opsommend of tegenstellend verband?

Voor het avondeten heb ik vlees, groente en aardappelen nodig.
A
Opsommend verband
B
Tegenstellend verband

Slide 19 - Quiz

Opdracht
Schrijf in je schrift een korte tekst over de afgelopen kerstvakantie.
Verwerk daarin de volgende signaalwoorden: 
ten eerste, ten tweede, daarna, maar, toch
Geef deze signaalwoorden allemaal een andere kleur.
timer
5:00

Slide 20 - Diapositive

Wat?
Hoofdstuk 3: Smaak (blz. 84-85) Lezen H3.
Opsommend en tegenstellend tekstverband.
Opdracht 1 en 2 maken.
Hoe?
In je schrift. Zelfstandig.
Hulp
Steek je vinger op als je iets niet begrijpt. 
Tijd
7 minuten.
Klaar?
Maak een start met opdracht 3 of lever je blogpostopdracht in via Magister.
Huiswerkopdrachten 
timer
7:00

Slide 21 - Diapositive

Waar hebben we in deze les naartoe gewerkt?
  • Na deze les herken ik signaalwoorden die een tekstverband van opsomming
    of tegenstelling aangeven.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Schrijf hier een zin waarin een opsommend verband zit.

Slide 24 - Question ouverte

Schrijf hier een zin waarin een tegenstellend verband zit.

Slide 25 - Question ouverte

Neem deel onze LessonUp klas
Wat kun je hier vinden?
  • LessonUps
  • Video's
  • Handige websites 

Klassencode:
u3bd: uecuk

Slide 26 - Diapositive