Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Immuniteit
Slide 1 - Diapositive
Welke cellen hebben een functie binnen de eerste aspecifieke afweer?
A
t-cellen
B
b-cellen
C
macrofagen
D
geheugencellen
Slide 2 - Quiz
Welke cellen zorgen voor de aanmaak van antistoffen?
A
t-cellen
B
b-cellen
C
macrofagen
D
geheugencellen
Slide 3 - Quiz
Welke cellen zorgen voor het kapotmaken van geïnfecteerde cellen?
A
t-cellen
B
b-cellen
C
macrofagen
D
geheugencellen
Slide 4 - Quiz
Welke cellen zorgen voor immuniteit?
A
t-cellen
B
b-cellen
C
macrofagen
D
geheugencellen
Slide 5 - Quiz
2p Leg uit hoe het kan dat je bij een tweede infectie met dezelfde ziekteverwekker niet meer ziek wordt. Gebruik de woorden antigenen en antistoffen op de juiste manier.
Slide 6 - Question ouverte
Immuniteit
Incubatietijd
De tijd tussen binnendringen van ziekteverwekker --> ziekteverschijnselen
Primaire reactie
De vorming van antistoffen na het eerste contact + de vorming van B-geheugencellen
Secundaire reactie
Geheugencellen vormen snel antistoffen, na opnieuw contact met dít antigeen --> niet ziek --> dus je bent immuun.
Slide 7 - Diapositive
Doelen
Je kunt uitleggen wat immuniteit inhoudt en wanneer dit ontstaat.
Je kunt het verschil tussen natuurlijke en kunstmatige immuniteit en tussen actieve en passieve immunisatie beschrijven.
Je kunt uitleggen hoe vaccinaties en groepsimmuniteit werken.
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
Auto-immuunziekten
lymfocyten rijpen in thymus en beenmerg
ze leren alle lichaamseiwitten te herkennen
soms gaat dat fout => auto-immuunziekte
bijv. MS, reuma
MULTIPLE SCLEROSE
REUMA
Slide 11 - Diapositive
allergie
Bij een allergie reageert het lichaam extreem gevoelig op antigenen van stoffen waar de meeste mensen normaal op reageren.
Deze stoffen veroorzaken een afweerreactie.
Slide 12 - Diapositive
Wat is of zijn de reden(en) dat je zo vaak verkouden wordt?
A
je kan geen antistoffen maken tegen het verkoudheidsvirus
B
het verkoudheidsvirus verandert snel
C
er zijn heel veel verschillende verkoudheidvirussen
D
je kunt niet immuun worden voor het verkoudheidsvirus
Slide 13 - Quiz
Waarom moeten mensen elk jaar opnieuw gevaccineerd worden tegen de griep?
A
Het vaccin is na een jaar uitgewerkt.
B
Alle antistoffen zijn na een jaar afgebroken.
C
De geheugencellen raken uitgewerkt.
D
De antistoffen passen niet meer op de antigenen van het griepvirus.
Slide 14 - Quiz
Is het inspuiten van antistoffen uit paardenbloed voorbeeld van actieve, passieve, natuurlijke of kunstmatige immunisatie?
A
Passief en Kunstmatig
B
Passief en Natuurlijk
C
Actief en Kunstmatig
D
Actief en Natuurlijk
Slide 15 - Quiz
Is het binnenkrijgen van antistoffen via moedermelk een voorbeeld van actieve, passieve, natuurlijke of kunstmatige immunisatie?
A
Passief en Kunstmatig
B
Passief en Natuurlijk
C
Actief en Kunstmatig
D
Actief en Natuurlijk
Slide 16 - Quiz
Is het immuun worden voor een ziekte door een vaccin een voorbeeld van actieve, passieve, natuurlijke of kunstmatige immunisatie?