220222_1B_spelling herhalen

 Ga zitten op je plek. 
 
Zet je tas op de grond. 

Pak je leesboek en ga lezen. 

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

 Ga zitten op je plek. 
 
Zet je tas op de grond. 

Pak je leesboek en ga lezen. 

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
  • korte binnenkomer
  • herhalen spelling:
klinkers en medeklinkers
korte en lange klanken
  • zelf werken: klassenboek
 

Slide 2 - Diapositive

Neem jij bijles spelling bij Winston?

Slide 3 - Diapositive

Kun jij dit lezen?

Slide 4 - Diapositive

Het alfabet
26 letters

klinkers

medeklinkers
a e i o u
de andere 21 letters

Slide 5 - Diapositive

Korte en lange klanken
Met de klinkers kun je een korte en een lange klank maken:


> Korte klank
Voorbeeld: bank – bed – put – vis
> Lange klank
Voorbeeld: kaart – feest – stuur – boom 

Slide 6 - Diapositive

Kort en lang in een woord

Een lange en een korte klank:
Voorbeeld: lantaarn – kantoor – alleen.


Slide 7 - Diapositive

Klankgroep

Je kunt een woord in stukjes verdelen. Elk stukje is een klankgroep. Een woord kan uit een of meer klankgroepen bestaan.

Slide 8 - Diapositive

1 klankgroep
Brood:  je hoort oo > lange klank.

2 klankgroepen
Kroket:
Kro- je hoort oo > lange klank
-ket je hoort e > korte klank

3 klankgroepen
Hagelslag:
Ha- je hoort aa > lange klank
-gel je hoort e > korte klank
-slag je hoort a > korte klank

Slide 9 - Diapositive

Woorden langer maken
korte klank ----medeklinker erbij
dop -> doppen
pet > petten

lange klank ----klinker eraf
kool > kolen
plaat > platen
Lange klanken hebben pech, ik haal gewoon een letter weg!

Slide 10 - Diapositive

I of ie? en Au of ou?
I of ie
Lange klanken: meestal twee klinkers: boot, maan. 
Bij de i is het soms een i en soms een ie.

Au of ou (a + u en o+ u)
Ze klinken hetzelfde, maar je schrijft het niet hetzelfde.


gitaar, gieter, liter, vakantie, politie
auto, gauw, kou, stout

Slide 11 - Diapositive


Wat ga je doen?
Aan het werk in je klassenboek.
Les van 22 februari.

Afspraak
Werk stil voor jezelf.





Vragen?
Hand opsteken. Ik kom naar je toe.

Klaar?
Lezen in je boek.

Slide 12 - Diapositive