4k -proeftoets

Wat is de functie van de inleiding?
A
De aanleiding van het schrijven van de tekst wordt genoemd.
B
Er wordt een leuk, kort verhaaltje verteld.
C
Er worden voorbeelden bij het onderwerp gegeven.
D
Er wordt een mening over het onderwerp gegeven.
1 / 21
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat is de functie van de inleiding?
A
De aanleiding van het schrijven van de tekst wordt genoemd.
B
Er wordt een leuk, kort verhaaltje verteld.
C
Er worden voorbeelden bij het onderwerp gegeven.
D
Er wordt een mening over het onderwerp gegeven.

Slide 1 - Quiz

In welke alinea wordt deze uitspraak van Salvini tegengesproken? Typ het cijfer in.

Slide 2 - Question ouverte

Waaruit bestaat alinea 3?
A
alleen feiten
B
alleen mening
C
zowel feiten als meningen

Slide 3 - Quiz

Waarom wordt er verteld wat er allemaal in Nutella zit?

Slide 4 - Question ouverte

Waaruit blijkt dat niet alleen de schrijver van deze tekst de uitspraak van Salvini een beetje dom vindt?

Slide 5 - Question ouverte

Voor welk publiek is deze tekst bedoeld?
A
aanhangers van de partij Lega Nord in Italië
B
alle italianen
C
iedereen
D
Nutella-liefhebbers

Slide 6 - Quiz

Wat is het belangrijkste doel van de tekst?
A
adviseren met overtuigende elementen
B
amuseren met informerende elementen
C
informeren met overtuigende elementen
D
overtuigen met informerende elementen

Slide 7 - Quiz

10 Een bedorven ei zal blijven drijven in een pan met water. --> drijven

Slide 8 - Question ouverte

De boswachters drijven de herten naar een open plek in het bos. --> drijven

Slide 9 - Question ouverte

Wat is het meervoud van 'kopie'?

Slide 10 - Question ouverte

Welke twee meervouden heeft 'keuze'?

Slide 11 - Question ouverte

Op alle pizza's hebben de kok's salami gedaan.

Slide 12 - Question ouverte

De obers serveerden de chocoladetaartjes met op alle schoteltjes drie druifen.

Slide 13 - Question ouverte

Met een entreekaartje van twee euro kun je alle musea's in de drie grote steden bezoeken.

Slide 14 - Question ouverte

Ik VERZEND morgen de uitnodigingen voor mijn verjaardagsfeest.
A
Persoonsvorm
B
Voltooid deelwoord

Slide 15 - Quiz

De virusscan heeft alle virussen van mijn laptop VERWIJDERD.
A
Persoonsvorm
B
Voltooid deelwoord

Slide 16 - Quiz

Veel van de [verkleedde / verklede] feestgangers hadden zich ook als zombies geschminkt.
A
verkleedde
B
verklede

Slide 17 - Quiz

De site [meldde / melde] een verkeerde prijs voor de flatscreen.
A
meldde
B
melde

Slide 18 - Quiz

Naar de-woorden verwijs je met […] en […].

Slide 19 - Question ouverte

Waar heb je mijn sleutels neergelegd? Ik kan [hun/ze] nergens vinden
A
hun
B
ze

Slide 20 - Quiz

Moet ik [jou/jouw] jas ook even meenemen?
A
jou
B
jouw

Slide 21 - Quiz