Hoofdstuk 4.4

welk gas komt het meest voor in de lucht
A
zuurstof
B
stikstof
C
koolstofdioxide
D
koolstof
1 / 10
suivant
Slide 1: Quiz
Nask / BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

welk gas komt het meest voor in de lucht
A
zuurstof
B
stikstof
C
koolstofdioxide
D
koolstof

Slide 1 - Quiz

wat heb je nodig om iets te laten branden?
benoem de stoffen (niet voorwerpen)

Slide 2 - Question ouverte

welke verbrandingsgassen ontstaan bij volledige verbranding van aardgas
A
aardgas en koolstofdioxide
B
zuurstof en waterdamp
C
koolstofdioxide en waterdamp
D
koolstofdioxide en zuurstof

Slide 3 - Quiz

Een luchtledige ruimte noem je?
(dus een ruimte zonder deeltjes)

Slide 4 - Question ouverte

wat is de eenheid van luchtdruk
A
mbar
B
hPa
C
kW
D
bar

Slide 5 - Quiz

waar is de luchtdruk hoger? in een dal of op een berg? LEG UIT

Slide 6 - Question ouverte

wolken en neerslag 4.4 
https://www.youtube.com/watch?v=hMzgYWODbGE

Slide 7 - Diapositive

Dauwpunt 
de temperatuur waarbij de waterdamp in de lucht gaat condenseren

s nachts helder weer zonder wolken, dan koelt het snel af. De kans is groot dat het onder het dauwpunt daalt, hierdoor wordt het gras vaak kletsnat. 

Slide 8 - Diapositive

vormen van wolken
warme lucht stijgt op (door convectiestroming: stroming door temperatuurverschil)

ontstaan van een wolk op het condensatieniveau( hoogte waar waterdamp condenseert)

Slide 9 - Diapositive

maakwerk
lezen: plus
maken opgave: 34 t/m 44

Slide 10 - Diapositive