Grammatica III

Grammatica
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Grammatica

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Programma
  • Opening
  • Lezen
  • Toets
  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Verwerking
  • Afsluiting

Slide 3 - Diapositive

TOETS
  • S.O. Spelling & grammatica blok 1
  • Vrijdag 16 september!

Slide 4 - Diapositive

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les weet je hoe je een voornaamwoordelijk bijwoord kan maken, herkennen en benoemen.
  • Aan het einde van de les kan je het betrekkelijk voornaamwoord en antecedent binnen een zin identificeren. 

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Bijwoord?
  • Bijwoord: geeft informatie over een ander woord in de zin of over de hele zin. 
  • Hebben zonder toevoeging van andere woorden de functie van een bijwoordelijke bepaling.

Bijvoorbeeld: bijwoord van plaats
Kees leefde er vroeger.  Leefde = handeling
Waar leefde Kees vroeger? --> er = bijwoord

Slide 7 - Diapositive

Voornaamwoordelijk bijwoord?
  • Bijwoord + voorzetsel
  • Eruit, eraan, hierdoor, hiermee, waarnaast.


Slide 8 - Diapositive

Verzin drie voornaamwoordelijke bijwoorden...

Slide 9 - Carte mentale

Betrekkelijk voornaamwoord (met ingesloten antecedent)
Betrekkelijk voornaamwoord verwijst terug naar een woord of woordgroepje dat er vlak voor staat.
Dit woord of woordgroepje noemen we het antecedent.

Toeristen die dat museum willen bezoeken, moeten erg lang in de rij staan. 

Slide 10 - Diapositive

Geen antecedent?
  • Soms staat er geen antecedent in de zin.
  • De betrekkelijke voornaamwoorden wie en wat kan je in dergelijke zinnen vervangen met degene die en dat wat.

Slide 11 - Diapositive

Voorbeeld
Wie dit schilderij heeft gemaakt, is een groot kunstenaar.

Vervangen:

Degene die dit schilderij heeft gemaakt, is een groot kunstenaar.

  • Die= betrekkelijk voornaamwoord
  • Degene= antecedent
 

Slide 12 - Diapositive


Benoem het betrekkelijk voornaamwoord en antecedent:
De voetbalclub die geen geld meer had, is failliet verklaard.


Slide 13 - Question ouverte

Verwerking
Wat? Huiswerk maken.
Hoe? Maak Learnbeat E & F of opdracht 10 t/m 13
Tijd? Drie minuten voor het einde van de les.
Hulp? Buur of docent
Klaar? lezen/ander schoolwerk



Slide 14 - Diapositive

Welk onderdeel van grammatica heeft nog extra uitleg nodig?

Slide 15 - Carte mentale