SPTH - 2.4 Sport en Gedrag

Kijken naar gedrag
                                                                                                  



                                                                                                    Sport en emotie

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
SPTHMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Kijken naar gedrag
                                                                                                  



                                                                                                    Sport en emotie

Slide 1 - Diapositive

Wat versta jij onder gedrag?

Slide 2 - Question ouverte

Verbaal &
Non-verbaal gedrag
  • Verbaal: met woorden

  • Non-verbaal: zonder woorden

Slide 3 - Diapositive

Waarnemen
  • Kennis gemaakt met aantal aspecten van gedrag
  • Lichaamstaal speelt een grote rol
  • Hele dag aan het waarnemen
  • Gebruik van je zintuigen
  • Door gebruik te maken van je zintuigen kun je goed inspelen op situaties
  • Iedereen neemt anders waar


Slide 4 - Diapositive

Wat zie jij op de afbeelding?

Slide 5 - Question ouverte

Wat zie jij op de afbeelding?

Slide 6 - Question ouverte

Wat zie jij op de afbeelding?

Slide 7 - Question ouverte

Wat zie jij op de afbeelding?

Slide 8 - Question ouverte

Waarnemen
  • Waarneming is dus:
    De dingen die je ziet, hoort, ruikt, voelt en proeft.

  • Objectief: algemeen geldende weergave van de werkelijkheid (feit)


  • Subjectief: persoonlijke interpretatie van datgene wat je waarneemt (wat jij ziet)


Slide 9 - Diapositive

Invloed op waarnemen
  • Emotionele betrokkenheid:
    Nooit objectief tegenover de ander. Dit komt omdat je met iedereen die je kent een band hebt. Dit kan een nadeel zijn doordat je hierdoor niet met objectief kunt waarnemen omdat je bijvoorbeeld iemand heel aardig vindt. Je bent dan eerder geneigd om het positieve in iemand te zien.


  • Vooroordeel:
    Wanneer je een vooropgezette mening hebt over iets of iemand. Vaak heb je dit overgenomen van iemand anders zonder dit zelf ervaren te hebben.

Slide 10 - Diapositive

  • Selectieve waarneming:
    Meestal heb je geen invloed op je emoties, gevoelens en vooroordelen. Dit bepaalt echter wel je waarneming. Je selecteert, ofwel je kiest vaak onbewust waarnemingen die aansluiten bij je beleving. Heb je bijvoorbeeld in de laatste gymles een van de leerlingen vaak gewaarschuwd dan zul je in de volgende les meer op deze leerling gaan letten zodat hij/zij niet weer de les verstoord.

  • Projectie:
    Je projecteert jezelf op de ander

Slide 11 - Diapositive

Observeren van gedrag
  • Als sportleider krijg je het meest te maken met observatie
  • Waarnemen van gedrag van een ander met als doel meer te weten te komen over deze persoon.
  • Bij observeren is het belangrijk objectief te kunnen zijn (eerlijk)
  • Dat wat je ziet of hoort mag je geen persoonlijk oordeel verbinden
  • Je observeert dus alleen feiten

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Vragen?

Succes!

Slide 14 - Diapositive