Werkwoordspelling Engelse woorden

werkwoordspelling
Engelse woorden
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

werkwoordspelling
Engelse woorden

Slide 1 - Diapositive

Shanisha (updaten) ... haar laptop.
A
update
B
updated
C
updatet

Slide 2 - Quiz

Zij (timen) ... haar opmerking goed.
A
timet
B
timed
C
timt
D
timd

Slide 3 - Quiz

Persoonsvorm verleden tijd
date
upload
ev
ik-vorm+te/de
datete
uploadde
mv
ik-vorm+ten/den
dateten
uploadden

Slide 4 - Diapositive

De scheidsrechter (timen) ... de snelheid van de sprinters.
A
timde
B
timte
C
timede
D
timete

Slide 5 - Quiz

Kyra (racen) ... op de fiets om nog op tijd te komen.
A
racete
B
racede
C
racte
D
racde

Slide 6 - Quiz

Toon (faxen) ... het bestand naar zijn baas.
A
faxte
B
faxde
C
faxete
D
faxede

Slide 7 - Quiz

Ik wist altijd al dat wij goed (viben)...
A
vibede
B
vibete
C
vibeten
D
vibeden

Slide 8 - Quiz

Voltooid deelwoord
Stam > 't ex-kofschip > t                   Uitspraak moet goed blijven!

Ik heb gedatet.
Ik heb geüpload.
Ik heb getimed. 

Slide 9 - Diapositive

De marathon wordt (pacen) ... door hazen.
A
gepaced
B
gepacet
C
gepacd
D
gepact

Slide 10 - Quiz

Ik heb afgelopen zomer (paragliden)...
A
geparaglided
B
geparaglid
C
geparaglidet

Slide 11 - Quiz

Op Black Friday hebben veel winkels flink (cashen)...
A
gecashd
B
gecashed
C
gecasht
D
gecashet

Slide 12 - Quiz