24/25 week 3 les 2

  • battle
  • werkwoorden -re 
  • la prononciation
  •  écouter
Le but: à la fin de ce cours:
  • kan ik de werkwoorden op -re steeds beter vervoegen in de présent en de passé composé
  • weet ik beter hoe ik de -e op verschillende manieren moet uitspreken
  • heb ik geoefend met luisteren in het Frans
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

  • battle
  • werkwoorden -re 
  • la prononciation
  •  écouter
Le but: à la fin de ce cours:
  • kan ik de werkwoorden op -re steeds beter vervoegen in de présent en de passé composé
  • weet ik beter hoe ik de -e op verschillende manieren moet uitspreken
  • heb ik geoefend met luisteren in het Frans

Slide 1 - Diapositive

Les devoirs
Leren:  apprendre 4 page 38

BATTLE

Slide 2 - Diapositive

Les devoirs
Maken exercices 9 en 10 blz 19 en 20

Slide 3 - Diapositive

Exercice 9 – Mise en route
a 5
b 2
c 8
d 4
e 7
f 3
g 1
h 6

Oefening was erg moeilijk. Wie is het gelukt?

Slide 4 - Diapositive

Exercice 10
A 1 een zalf
 2 geneest
 3 een zonnebrand
 4 een kalmeringsmiddel
 5 meteen
 6 een recept
 7 overgeven
 8 keelpijn
 Blijven over : een medicijn (un médicament), overal (partout)


Slide 5 - Diapositive

oefenen met kaartjes
présent en passé composé

Slide 6 - Diapositive

Jeu: werkwoorden -re
persoonlijk vnw
stam
uitgang

Slide 7 - Diapositive

Jeu: werkwoorden -re
persoonlijk vnw
hulpwerkwoord
stam
uitgang

Slide 8 - Diapositive

Hij heeft gewacht

Slide 9 - Diapositive

Jeu: werkwoorden -re
Voorbeeld: hij heeft gewacht
il
u
attend
a

Slide 10 - Diapositive

Ik geef antwoord

Slide 11 - Diapositive

Jeu: werkwoorden -re
je
répond
s

Slide 12 - Diapositive

zij stappen uit

Slide 13 - Diapositive

Jeu: werkwoorden -re
ils
descend
ent

Slide 14 - Diapositive

hij geeft terug

Slide 15 - Diapositive

Jeu: werkwoorden -re
il
rend

Slide 16 - Diapositive

wij hebben teruggegeven

Slide 17 - Diapositive

Jeu: werkwoorden -er
nous
u
rend
avons
on
a

Slide 18 - Diapositive

u heeft verkocht

Slide 19 - Diapositive

Jeu: werkwoorden -re
vous
u
vend
avez

Slide 20 - Diapositive

hoor jij?

Slide 21 - Diapositive

Jeu: werkwoorden -re
tu
entend
s
entend
s
tu
-
est-ce que

Slide 22 - Diapositive

Hij heeft gewacht

Slide 23 - Diapositive

Jeu: werkwoorden -re
il
u
attend
a

Slide 24 - Diapositive

zij heeft gehoord

Slide 25 - Diapositive

Jeu: werkwoorden -re
elle
u
entend
a

Slide 26 - Diapositive


Bij descendre gebruik je het hulpwerkwoord être.
Het is ook een regelmatig werkwoord op -re, dus de uitgangen worden ...? .....
Une voiture est arrivée
Er is een auto aangekomen
Il est descend?
Hij is uitgestapt
Elle est descend?
Zij is uitgestapt
Ils sont descend?
Zij zijn uitgestapt
Elles sont descend?
Zij zijn uitgestapt

Slide 27 - Diapositive

-

Bij descendre gebruik je het hulpwerkwoord être.
Het is ook een regelmatig werkwoord op -re, dus de uitgangen worden u, ue, us, of ues.
Une voiture est arrivée
Er is een auto aangekomen
Il est descendu
Hij is uitgestapt
Elle est descendue
Zij is uitgestapt
Ils sont descendus
Zij zijn uitgestapt
Elles sont descendues
Zij zijn uitgestapt

Slide 28 - Diapositive

De uitspraak van de è en é 
élève 
école
récré
réaction
fièvre

Slide 29 - Diapositive

La prononciation
J'ai [ee]
bijou - la bouche, le bouton, le couds, se coucher [oe]
chauffeur - au, jaune, faute, mauvais [oo]
chique - que, qui, quel, qu'est-ce que, quand [k]
dents, la ventre, le dentiste, se sentir, je pense [o]


Slide 30 - Diapositive

e
e
accent grave
accent aigu

Slide 31 - Diapositive

La prononciation
exercice 11

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Wat heb ik geleerd
la prononciation: fièvre, le nez, bête, réaction
werkwoorden -re: passé composé - stam + ?
werkwoorden -re: betekenis  - vendre, répondre, attendre?

Slide 34 - Diapositive

Exercice 12 en 13
dialogue 1

Slide 35 - Diapositive

Les devoirs
Leren apprendres 1, 2, 3, 4
apprendre 1 en 3 N-F
apprendre 2, 4 F-N 

Slide 36 - Diapositive

Pak je schrift of blz 40 boek
Sophie a mal .....ventre (m)
Marie a mal ....dents (mv)

Luc va ..... plage (v)
Je veux aller ... toilettes (mv)
On va .... hôtel 
Je vais .... supermarché (m)

avoir mal à
aller à

Slide 37 - Diapositive

Exercice 8d 
Voorbeelduitwerkingen:

a Vous entendez le chien des voisins ?
b Pierre vend son vélo pour 100 euros.
c Ma copine a perdu son portable.
d Minou descend de l’escalier.
e Pfff, j’attends le bus depuis déjà dix minutes.

Slide 38 - Diapositive