Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Een sprinkhaan op je bord
Slide 1 - Diapositive
We lezen de tekst samen en beantwoorden de vragen.
* Inleiding:
Wat is het nieuws over sprinkhanen?
* Gezond:
Waarom is het eten van insecten gezond?
Wanneer is de sprinkhaan veilig om te eten?
Slide 2 - Diapositive
In de wereld:
Wat is het verschil tussen veel delen van de wereld en Europa als het gaat over het eten van insecten?
Slide 3 - Diapositive
In Nederland
In Nederland worden insecten steeds populairder om te eten. Aan welke twee dingen merk je dat?
Slide 4 - Diapositive
Wennen
Waarom zullen niet ineens veel mensen insecten gaan eten?
Slide 5 - Diapositive
Lees: Gezond Welk kopje zou ook goed bij dat stukje tekst passen?
A
Griezelig en vies
B
Noten frituren
C
Veilig om te eten
Slide 6 - Quiz
In regel 11 staat: Want daar kunnen onze darmen niet goed tegen. Waar kunnen onze darmen niet goed tegen. Waar verwijst daartegen naar?
A
veel eiwitten (regel 6)
B
koken, frituren of wokken (regel 9)
C
de pootjes en de vleugels (regel 10)
Slide 7 - Quiz
Lees regel 11-12: Maar daarna is hij veilig om te eten. Welk ander woord of welke andere woorden in dit stukje tekst betekenen hetzelfde als het woord veilig?
A
gezond (regel 6)
B
zonder gevaar (regel 7-8)
C
goedgekeurd (regel 10)
Slide 8 - Quiz
Lees het stukje In de wereld nog een keer. Met welke zin kan dit stukje het beste verdergaan?
A
Daarom eten mensen in Europa nog steeds allerlei insecten.
B
En op een Italiaans eiland werd en wordt er kaas gemaakt met vliegenlarven.
C
Maar in Nederland en België wordt meikeversoep nu ook veel gegeten.
Slide 9 - Quiz
In regel 24-25 staat: Want die wordt waarschijnlijk ook goedgekeurd. Naar wie of wat verwijst die?
A
de meelworm (regel 23)
B
de sprinkhaan (regel 23-24)
C
de huiskrekel (regel 24)
Slide 10 - Quiz
Kijk nog eens goed naar regel 24-25. Daar staat: Want die wordt waarschijnlijk ook goedgekeurd. Wat betekent waarschijnlijk?
A
bijna zeker
B
niet altijd
C
zeker niet
Slide 11 - Quiz
In welk stukje kun je het antwoord vinden op de vraag: In welk land van Europa worden de meeste insecten ingevoerd?
A
In het stukje Gezond
B
In het stukje In de wereld
C
In het stukje In Nederland
Slide 12 - Quiz
Lees het stukje Wennen nog een keer. In welke zinnen staat het belangrijkste van dit stukje?
A
Als je insecten wil proeven, kun je in Het insectenkookboek kijken. In dat boek staan recepten met insecten, zoals koekjes van meelwormen.
B
Het insectenkookboek is geschreven door Marcel Dicke, Arnold van Huis en Henk van Gurp. Ze schreven het boek al 10 jaar geleden.
C
Je kunt nu in Nederland veel makkelijker insecten kopen dan 10 jaar geleden. Maar mensen moeten nog wel wennen aan het eten van insecten.