Ga rustig zitten en pak je lesboek en schrift alvast voor je.
Welkom!
§2.1 Het skelet
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4
Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
7.5 Eten en ademen bij dieren
Ga rustig zitten en pak je lesboek en schrift alvast voor je.
Welkom!
§2.1 Het skelet
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we deze les doen?
Leerdoelen
Uitleg §2.1
Aan de slag!
Afsluiten
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt de functies van het menselijk skelet noemen
Je kunt de botten van het menselijk skelet noemen
Je kunt beschrijven hoe botten zijn gebouwd en uit welke stoffen botten bestaan.
Je kunt uitleggen hoe de samenstelling van je botten tijdens je leven verandert.
Slide 3 - Diapositive
§2.1 Het skelet
Het skelet bestaat uit 206 beenderen/botten.
- de botten in je hoofd vormen je schedel
- de schedel staat op de wervelkolom
- de ribben, een deel van de wervelkolom en het borstbeen vormen je borstkas
- de wervelkolom zit aan de onderkant aan de heupbeenderen
(horen bij je bekken) vast
- de armen en benen noem je samen de ledematen.
Slide 4 - Diapositive
Stevigheid geven aan je lichaam door je skelet kun je rechtop staan en zitten.
Vorm geven aan je lichaam bijv.: de botten van je schedel geven vorm aan je hoofd
Kwetsbare organen beschermen bijv.: de borstkas beschermt hart en longen en de schedel beschermt de hersenen.
Beweging mogelijk maken
spieren zitten aan botten vast. Dankzij spieren en gewrichten kunnen de botten bewegen.
Vier functies van het skelet
Slide 5 - Diapositive
Hoe zijn botten gebouwd?
Twee soorten beenderen of botten
Pijpbeenderen - zijn rond - dienen vooral voor stevigheid en houden je lichaam rechtop - bijv.: je opperarmbeen en dijbeen
Platte beenderen - zijn plat - beschermen kwetsbare organen zoals hart en longen - bijv.: heupbeenderen, borstbeen, ribben en de botten van je schedel
Slide 6 - Diapositive
Bouw van een pijpbeen
kraakbeenweefsel (kraakbeen) aan het uiteinde van het bot - zorgt ervoor dat botten soepel langs elkaar kunnen bewegen
Beenvlies rondom het bot - hierin zitten bloedvaten en zenuwen - bloedvaten en zenuwen groeien vanuit het beenvlies het bot in (voor voedingsstoffen en gevoel)
Beenweefsel (bot) - harde laag onder het beenvlies
Holte in het midden van een pijpbeen - hierin zit geel beenmerg - in geel beenmerg zit vet opgeslagen, vandaar de gele kleur
Slide 7 - Diapositive
Beenweefsel (botweefsel)
- bestaat uit beencellen die in ringen groeien (het midden van de ringen is hol, daarin lopen bloedvaten).
- beencellen maken tussencelstof (stof die tussen cellen zit). - tussencelstof bestaat uit veel kalk en een beetje lijmstof
- kalk maakt je botten hard
- lijmstof zorgt ervoor dat het bot een beetje buigzaam is
- botten zijn sterk doordat beencellen en tussencelstof in ringen groeien
Kraakbeenweefsel - bestaat uit groepjes kraakbeencellen met daartussen gelei-achtige tussencelstof)
- gelei-achtige tussencelstof bestaat uit veel lijmstof en heel weinig kalk
- kraakbeen is daardoor heel buigzaam
Beenweefsel en kraakbeenweefsel
Slide 8 - Diapositive
Beenweefsel
- Botten bestaan uit beenweefsel.
- In beenweefsel zitten veel kalkzouten en minder lijmstof.
- Beenweefsel liggen in kringen om elkaar rond nauwe kanaaltjes
Slide 9 - Diapositive
Ongeboren baby - skelet van kraakbeen (na een poosje groeien beencellen in de botten)
Pasgeboren baby - al veel beencellen in de botten - in de pijpbeenderen groeien bloedvaten en een holte ontstaat vanbinnen.
Klein kind - bijna al het kraakbeen vervangen voor beenweefsel - laagje kraakbeencellen vlak onder de uiteinden van botten blijft over (groeischijf)
Puberteit - botten groeien in de lengte vanuit de groeischijven
- tussen ong. je 15e en 20e jaar 'sluiten' je groeischijven (vervangen door gewone beencellen)
Ouder worden - lijmstof verdwijnt geleidelijk en er komt steeds meer kalk
- botten van oude mensen bestaan voor het grootste gedeelte uit kalk (breken daardoor sneller).
Hoe verandert de samenstelling van je botten?
Slide 10 - Diapositive
Aan de slag!
Wat?
Klaar?
Hoe?
Hulp?
Tijd?
individueel (alleen)
zacht overleggen met degene die naast je zit
lezen: bladzijde 71, 72, 75 en 78
maken: opdracht 1 t/m 24 van 2.1
eerst zachtjes overleggen met degene die naast je zit
daarna mij om hulp vragen
20 minuten (of langer indien mogelijk)
lezen: paragraaf 2.2
maken: opdracht 1 t/m 10 van 2.2
timer
20:00
Slide 11 - Diapositive
Afsluiten
Pak je Plenda - BI - m: 12 t/m 24 van 2.1
Volgende les - 2.2 Skelet en houding - opdrachten 2.1 bespreken