M1A start H5 8-4-2021

1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

We are going to 
Morning
  • Read
  • vocabulary

Afternoon
  • Grammar
  • vocabulary

Slide 2 - Diapositive

sitting chart

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Vidéo

Reading
Lees text A, B & C op blz 50 & 51
Opdracht 5 & 6

Als je eerder klaar bent laat me weten.
timer
15:00

Slide 6 - Diapositive

Extra exercise
Vocabulary

Maak Engelse zinnen met de woordjes van vocabulary 5.1 op blz 139.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

We are going to 
Afternoon
  • Exercise check
  • Grammar
  • vocabulary

Slide 10 - Diapositive

Exercise check

Slide 11 - Diapositive

Correct ex. 5 on pg 52
A) True: make new friends.
     True: mixed competition, fast action
     True: Tuesday & Thursday
B) true: two teams of 7 players
     false: there is no referee in                       Ultimate
C) false: football wasn't really my game.
     true: we did win in the end!

Slide 12 - Diapositive

Correct ex. 6 on pg 53
1) Er was een taartenwinkel in Bridgeport, Connecticut. Hun beste klanten waren studenten. Nadat ze klaar waren met het eten van hun taarten, zouden ze gooien met de metalen blikken. Zo is het spel ontstaan.

2) Die is makkelijker om te vangen.

Slide 13 - Diapositive

Correct ex. 6 on pg 53
3) Een speler moet de frisbee vangen in de eindzone.
4) - Je mag niet rennen met de frisbee.
     - Spelers passeren de frisbee naar de eindzone. 
     - Als je de frisbee laat vallen, kan het andere team hem pakken.

Slide 14 - Diapositive

How do you want to learn the grammar?
Watch a video
work with the teacher

Slide 15 - Sondage

Past Simple (To be)
  • Als je de kennis klip gaat kijken dan moet je daarna de volgende 3 dia's maken. 
  • Als je klaar bent werk je verder aan opdracht 10, 11 & 12
    op blz 54, 55 & 56

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

I


He/She/It
You

We

They
was
Were

Slide 18 - Question de remorquage

Maak 2 ontkennende zinnen. (- negative)
I _______ (to be) late.
They_______(to be) late.

Slide 19 - Question ouverte

Maak een vragende zin met de past simple to be.
(to be) _______ you tired?
(to be) _____ she tired?

Slide 20 - Question ouverte

Past Simple (To be)
Als je de kennis klip hebt bekijken en de 3 dia's over de grammatica hebt gemaakt. Dan werk je verder aan opdracht 10, 11 & 12 op blz 54, 55 & 56 Als je eerder klaar bent maak je opdracht 7, 8 en 9 op blz 53 & 54.

Slide 21 - Diapositive

work with the teacher
Go to OneNote

Make ex. 10, 11 & 12 on pg. 54, 55 & 56

Slide 22 - Diapositive



I hope you had fun bye bye

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Words 6punten
  1. walgelijk 
  2. recept
  3. main course
  4. bowl
  5. anyway
  6. bird

Slide 25 - Diapositive

Grammar (me,you,him)
  1. them
  2. me
  3. it
  4. him 

  4Punten
  1. that 
  2. these
  3. those
  4. this 

  4Punten
  1. some
  2. any
  3.  any
  4. some
  5. some

    5Punten

Slide 26 - Diapositive

Grammar (wel doen/niet doen)5p
  1. Don't eat too much before you do sports.
  2. Don't ask me. I know nothing about cricket!
  3. Please, help met to open the windows.
  4. Send us an email with the details tomorrow.
  5. Don't jump off that wall. You could break something.

Slide 27 - Diapositive

Grammar (present simple)4p
  1. Does Sandy love peanut butter?(vraag zin)
  2. Do insects taste very nice?(vraag zin
  3. Sandy doesn't love peanut butter.(- ontkennende)
  4. Insects don't taste very nice. (- ontkennende)

Slide 28 - Diapositive

Total points
score
cijfer
28
10
27
9.4
26
8.7
25
8.1
24
7.7
23
7.4
score
cijfer
22
7.1
21
6.8
20
6.4
19
6.1
18
5.8
17
5.5
score
cijfer
16
5.1
15
4.8
14
4.5
13
4.2
12
3.9
11
3.5
score
cijfer
10
3.2
9
2.9
8
2.6
7
2.3
6
2
5
1.8
score
cijfer
4
1.6
3
1.5
2
1.3
1
1.2

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

You choose
Afternoon
  • Extra explanation / Kahoot

Slide 32 - Diapositive

lijdend voorwerp blz131
He likes me (mij)
He likes you (jou)
She likes him (hem)
He likes her (haar)
He likes it (het)
She likes us (ons)
He likes them (hen)

Slide 33 - Diapositive

Aanwijswoorden
That= verweg & enkelvoud
This= dichtbij & enkelvoud
These= dichtbij & meervoud
Those= verweg & meervoud

Slide 34 - Diapositive

Explanation
Some gebruiken we in bevestigende zinnen (+).
Any gebruiken we in vragende (?) & ontkennende zinnen (-).

Slide 35 - Diapositive

Explanation (wel doen/ niet doen)
  1. Als je het wel moet doen blijft de werkwoord hetzelfde. Je moet niets toevoegen!

  2. Als je het niet moet doen moet je (do not/don't) toevoegen.

Slide 36 - Diapositive

Explanation (present simple)
Bevestigende (+)

(I, you, they, we) work all the time.


(He,she,it) works all the time.

Vragende zin (?)

Do
(I, you, they, we) work all the time.


Does
(He,she,it) work all the time.

Ontkennende (-)

(I, you, they, we) don't work all the time.

(He,she,it) doesn't work all the time.


Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Lien



I hope you had fun bye bye

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Lien

listening & vocabulary
ex. 34, 35, 36, 37, 38, 39, 40
page 30-33


Slide 41 - Diapositive

34, 35, 36, 37
page 30-33
ex. 34
  1.  yes
  2. yes
  3. yes
  4. yes
  5. no
  6. no
  7. yes
  8. no
ex. 35
  1. true
  2. false
  3. false
  4. true
  5. true
  6. true
  7. false
  8. false
ex. 36
3, 4, 5
ex.37
  1. sweet- honey
  2. healthy- fruits & vegetables
  3. bake- cake
  4. cut- knife
  5. cooker- heat up
  6. salt- crisps
  7. smell- nose

Slide 42 - Diapositive

all grammar
vocab
phrases

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Diapositive

Slide 45 - Diapositive

Slide 46 - Diapositive

Slide 47 - Diapositive

Welcome back!

Slide 48 - Diapositive

Reading ex. 
46 & 47 on page 36 & 37

  
timer
5:00

Slide 49 - Diapositive

Practice test

Slide 50 - Diapositive

listening & vocabulary
ex. 34, 35, 36, 37, 38, 39, 40
page 30-33


Slide 51 - Diapositive

Slide 52 - Diapositive