3v - vr260124

Bonjour!
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Bonjour!

Slide 1 - Diapositive

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Interroger
  • Corriger
  • Grammaire
  • Au travail
  • Les devoirs

  • But: weten hoe je de passé composé maakt van de werkwoorden op -er/-ir/re

Slide 2 - Diapositive

Interroger

Slide 3 - Diapositive

prendre le vélo
A
te voet gaan
B
de fiets nemen
C
de bus nemen
D
met de auto gaan

Slide 4 - Quiz

la poubelle
A
het afval
B
de afvalbak
C
de omgeving
D
de kip

Slide 5 - Quiz

dormir
A
slapen
B
vermijden
C
vertrekken
D
gaan

Slide 6 - Quiz

les environs
A
het verblijf
B
de ervaring
C
de omgeving
D
het gemiddelde

Slide 7 - Quiz

het uitstapje

Slide 8 - Question ouverte

het afval

Slide 9 - Question ouverte

milieubewust

Slide 10 - Question ouverte

het afval

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Corriger
Ex. 15
Page 106


Slide 13 - Diapositive

Exercice 15
  1. as passé 
  2. ai voyagé 
  3. ai fait
  4. ai été 
  5. avons pris

Slide 14 - Diapositive

Grammaire
timer
1:00

Slide 15 - Diapositive

Hoe maak je de passé composé van een werkwoord op -er?

Slide 16 - Carte mentale

Hoe maak je de passé composé van een werkwoord op -ir?

Slide 17 - Carte mentale

Hoe maak je de passé composé van een werkwoord op -re?

Slide 18 - Carte mentale

Grammaire - être huis

Slide 19 - Diapositive

Hoe vervoeg je het werkwoord être in de présent?

Slide 20 - Carte mentale

Grammaire - PC met être
  • Als je in het Nederlands het hww hebben gebruikt, gebruik je in het Frans avoir.

  • Als je in het Nederlands het hww zijn gebruikt, gebruik je in het Frans être
Ik heb een kaartje gekocht: j'ai acheté un billet
Ik ben naar de bioscoop gegaan: je suis allée au cinéma




Slide 21 - Diapositive

Grammaire - PC met être
Wanneer de PC wordt vervoegd met hww être kán er een extra -e, -s of -es achter het voltooid deelwoord komen

mannelijk ev: - 
vrouwelijk ev: -e
mannelijk mv: -s
vrouwelijk mv: -es

Slide 22 - Diapositive

Grammaire - PC met être
Michel dit: je suis allé au cinéma
Sophia dit: je suis allée au cinéma
Michel et Sophia disent: nous sommes allés au cinéma
Sophia et sa mère disent: nous sommes allées au cinéma

Slide 23 - Diapositive

Au travail
Ex. 16
Verbuga Pro

Slide 24 - Diapositive

Les devoirs
Mardi le 30 janvier

Apprendre: blokje E nf/fn (chapitre 3)
Faire: ex. 16 en Verbuga pro e(inloggen: elyceu, ww: leerling)



Slide 25 - Diapositive