Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Welkom
Ga rustig zitten.
Pak je boek, pen en rekenmachine
Slide 1 - Diapositive
7e uur
- bespreken van vraag 11 en 13
- Examenvragen
8e uur
- Maken vraag 1, 2 en 3 bladzijde 104
- Nakijken 1, 2 en 3
- uitleg vennootschapsbelasting
- vermogensrendement
Zelfstandig werken aan paragraaf 3.6
Slide 2 - Diapositive
Vraag 11
Lydia is eigenaar van een woning met een WOZ-waarde van € 184.000. Haar hypotheek is € 140.000. Hierover betaalt ze nog een rente van 4%.
a) Gebruik afbeelding 36 op bladzijde 100. Hoeveel is het eigenwoningforfait van Lydia?
Slide 3 - Diapositive
Vraag 11
Lydia is eigenaar van een woning met een WOZ-waarde van € 184.000. Haar hypotheek is € 140.000. Hierover betaalt ze nog een rente van 4%.
a) Gebruik afbeelding 36 op bladzijde 100. Hoeveel is het eigenwoningforfait van Lydia?
€ 184.000 : 100 × 0,60 = € 1.104
Slide 4 - Diapositive
Vraag 11
Lydia is eigenaar van een woning met een WOZ-waarde van € 184.000. Haar hypotheek is € 140.000. Hierover betaalt ze nog een rente van 4%.
b) Hoeveel rente betaalt zij jaarlijks over haar hypotheekschuld?
Slide 5 - Diapositive
Vraag 11
Lydia is eigenaar van een woning met een WOZ-waarde van € 184.000. Haar hypotheek is € 140.000. Hierover betaalt ze nog een rente van 4%.
b) Hoeveel rente betaalt zij jaarlijks over haar hypotheekschuld?
€ 140.000 : 100 × 4 = € 5.600
Slide 6 - Diapositive
Vraag 13
a) Bereken Miranda’s belastbaar inkomen in box 1. Gebruik hiervoor afb. 36 op blz. 100.
Slide 7 - Diapositive
Vraag 13
a) Bereken Miranda’s belastbaar inkomen in box 1. Gebruik hiervoor afb. 36 op blz. 100.
12 × € 5.500 = € 66.000;
€ 325.000 : 100 × 0,60 = € 1.950;
€ 290.000 : 100 × 3,4 = € 9.860;
€ 66.000 + € 1.950 – € 9.860 = € 58.090
Slide 8 - Diapositive
Vraag 13
b) Aan het einde van het jaar keert Milou’s bv een winstuitkering van € 15.000 uit aan Milou. Hoeveel belasting moet Milou hierover betalen? Gebruik afbeelding 35 op blz. 100.
Slide 9 - Diapositive
Vraag 13
b) Aan het einde van het jaar keert Milou’s bv een winstuitkering van € 15.000 uit aan Milou. Hoeveel belasting moet Milou hierover betalen? Gebruik afbeelding 35 op blz. 100.
€ 15.000 : 100 × 26,25 = € 3.937,50
Slide 10 - Diapositive
Vraag 13
c) Milou betaalt € 22.879 belasting in box 1 en heeft € 2.500 aan heffingskortingen. Hoeveel
belasting betaalt ze uiteindelijk (let op vraag b)
Slide 11 - Diapositive
Vraag 13
c) Milou betaalt € 22.879 belasting in box 1 en heeft € 2.500 aan heffingskortingen. Hoeveel
belasting betaalt ze uiteindelijk (let op vraag b)
€ 22.879 + € 3.937,50 – € 2.500 = € 24.316,50
Slide 12 - Diapositive
Maken
Aan de slag met vraag 1, 2 en 3 bladzijde 104
timer
10:00
Slide 13 - Diapositive
Vennootschapsbelasting
Bedrijven die winst maken betalen daarover belasting.