Oefenproefwerk blok 1
Noteer het werkwoord
De wekker rinkelt.
De wekker rinkelt.
1 / 16
La durée de la leçon est: 40 minÉléments de cette leçon
Noteer het werkwoord
De wekker rinkelt.
De wekker rinkelt.
Slide 1 - Question ouverte
Noteer het werkwoord:
Haar moeder smeert een boterham.
Haar moeder smeert een boterham.
Slide 2 - Question ouverte
Noteer het werkwoord:
Fleur poetst haar tanden.
Fleur poetst haar tanden.
Slide 3 - Question ouverte
Maak 2 zinnen met het werkwoord leren. Steeds andere vorm tt
Slide 4 - Question ouverte
In het woord zwart zit
A
Geen klank
B
Korte klank
C
Lange klank
D
Korte en lange klank
Slide 5 - Quiz
In het woord penseel zit
A
Geen klank
B
Korte klank
C
Lange klank
D
Korte en lange klank
Slide 6 - Quiz
In welke woorden zit een lange klank
feest – slingers – ballon – taart – zingen – film
feest – slingers – ballon – taart – zingen – film
Slide 7 - Question ouverte
Noteer de stam en ik de ik-vorm
noteren
noteren
Slide 8 - Question ouverte
Noteer de stam en de ik-vorm
bellen
bellen
Slide 9 - Question ouverte
Dat kost me een vermogen!’
Wat bedoelt hij?
Wat bedoelt hij?
A
Het cadeau dat je vraagt is waardeloos.
B
Het cadeau dat je vraagt is niet zo duur.
C
Het cadeau dat je vraagt is te duur.
D
Het cadeau dat je vraagt is heel moeilijk te krijgen.
Slide 10 - Quiz
Tekstdoel
Slide 11 - Carte mentale
Slide 12 - Diapositive
Tekstsoort
