Les 41.2 - leerdoel 1

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

H2 Bewegingen

Lesplanning:

1. Voorkennis (rekenen met de snelheid)
2. §2.1 opgave 3 maken
3. Uitleg nettokracht en de versnelling
4. Zelfstandig werken
   - afronden practicum
   - starten met leerdoel 1
5. Afsluiting: drag racer

Toets CTW

H1 + §2.1 & 2.2

Toetsinzage de volgende les.

Voorkennis

• Je kan de formule s = v * t  toepassen;
• Je kan m/s omrekenen naar km/h en andersom;
• Je kan uitleggen wat een eenparige beweging is.

Eenparige beweging

s=v​gem​​⋅t

Eline fietst in 12 minuten van school naar huis, een afstand van 3,6 km. 

Bereken de gemiddelde snelheid van Eline in m/s en in km/h.

De maximumsnelheid wordt verlaagd naar 100 km/h. Joost is daardoor 5 minuten langer onderweg. De afstand die hij elke dag af moet leggen is
50 km.
Bereken de gemiddelde snelheid voor het verlagen van de maximumsnelheid.

Aan de slag

• Maken en nakijken
    opgave 3 (p. 50 )
  
  
• Starten met leerdoel 1 vanuit de studiewijzer 

Leerdoel 1

Je kan rekenen met de snelheid en de versnelling. En in een v,t-diagram kan je bewegingen (eenparige, eenparig versnelde en eenparig vertraagde beweging) herkennen, de gemiddelde versnelling bepalen en de versnelling op een bepaald moment bepalen.

Als je stopt met trappen op de fiets kom je tot stilstand omdat...

1. er geen krachten op de fiets werken.
2. de nettokracht op de fiets nul is.
3. de nettokracht in de beweegrichting werkt.
4. de nettokracht tegen de beweegrichting werkt.

Antwoord volgt later, tijdens de uitleg.

De eerste wet van Newton

Om een voorwerp van snelheid of richting te laten veranderen moet er een netto kracht op dat voorwerp werken.

Versneld, vertraagd of eenparig?

Oneindige beweging

Je gooit een bal recht omhoog de lucht in.
Op het hoogste punt...

1. zijn de snelheid en versnelling van de bal nul.
2. is de snelheid van de bal niet nul, maar de versnelling wel.
3. is de versnelling van de bal niet nul, maar de snelheid wel.
4. zijn de snelheid en de versnelling van de bal niet nul.

De versnelling

a(m/s​2​​)=​Δt(s)​​Δv(m/s)​​

Bij het optrekken heeft de Ferrari een versnelling van
6,6 m/s². 

Na hoeveel seconden is de snelheid 19,8 m/s?

Een auto versnelt eenparig van 36 km/h naar 90 km/h in 4,2 seconden.
De versnelling van de auto is ...

1. 0,28 m/s²
2. 3,6 m/s²
3. 13 m/s²
4. 21 m/s²

De versnelling

a(m/s​2​​)=​Δt(s)​​Δv(m/s)​​

Een auto versnelt eenparig van 36 km/h naar 90 km/h en legt tijdens deze versnelling 

105 meter af. 

Bereken de versnelling van de auto.

Aan de slag

1. Afronden practicum
   
   
2. Werken aan leerdoel 1 volgens de studiewijzer.

01:14

De Drag Racer versnelt 0 tot 150 km/h in 0,8 s
Bereken de versnelling.

01:18

De man vertelt dat De Drag Racer kan zorgen voor 7,5 keer de gravitatieconstante in voorwaartse richting.
Bereken de versnelling.

04:01

Na 3,9 s reed de Drag Racer 507 km/h.
Wat was zijn gemiddelde versnelling?

Ter vergelijking: deze Ferrari F40 trekt in 3,9 s op naar 100 km/u