H3: Brazilië 3.1 en 3.2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Brazilië

Brazilië

• Groot land
• Veel inwoners (meer dan 200 miljoen, boek zegt 192 miljoen)
• Snel gegroeid --> Jonge bevolking

Wat valt op aan de bevolkingsspreiding van brazilië?

Brazilië

• Zeer ongelijk verdeelde bevolking
• Sinds 1850 veel Europese immigranten
• Sinds 1950 steeds meer mensen naar de steden (urbanisatie)
• Gevolg: Favela's (sloppenwijken)

Brazilië

Brazilië is een van de BRIC landen. Dat zijn landen die economisch snel aan het groeien zijn.

• Voorheen: veel landbouw. 
• Nu: veel industrie en snel ontwikkelende dienstensector.

Overheid stimuleert economische groei m.b.v. technopolen: gebieden met veel universiteiten, onderzoekscentra en hightechbedrijven.

Kun je een gevolg bedenken van de economische groei die te maken heeft met het onderwerp van dit boek?

Brazilië: energie

• Door de snelle economische groei, groeit de vraag naar energie ook snel. 

• Brazilië probeert zelfvoorzienend te zijn in de energieproductie (lukt ook aardig) 

Wat valt je op aan het energieverbruik van Brazilië?

Brazilië: energie

Opvallend: suikerriet.

• Suikerriet wordt gebruikt voor de productie van Bio-ethanol (soort alcohol). = brandstof voor auto's.

Opvallend: hydro-elektriciteit.

• Veel reliëf en veel water.

Gas wordt voor een deel geïmporteerd uit Bolivia en Argentinië.

Brazilië: energie

Opvallend duurzaam (relatief weinig CO2-uitstoot)

Niet altijd zo geweest. 

• Vóór de oliecrisis (1973) werd veel aardolie geïmporteerd.
• Ná de oliecrisis voornamelijk hydro-elektriciteit en suikerriet. (strevend naar zelfvoorziening)

Welk nadeel van hydro-elektriciteit kun je bedenken?

Brazilië: energie

Hydro-elektrciteit bleek kwetsbaar door de droogtes in 1980-1981 en 2000-2001. Maatregelen van de overheid:

• Meer waterkrachtcentrales, vooral in het noorden en noord-oosten

• Vergroten van capaciteit van het netwerk: meer hoogspanningslijnen

• Bouw van meer thermische centrales

Brazilië: energie

Huiswerk: 

Paragraaf 3.1 opdrachten:
1(b niet) t/m 6 en 8 

Paragraaf 3.2 opdrachten:
1 t/m 6