M3: herhalen 3.3 (leesvaardigheid)

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Lezen

Talent 3.3

Aan jullie de keuze...

Mocht ik door jullie lawaai en geroep weer geen les kunnen geven, zal er een extra uur Nederlands aan het einde van de dag worden ingeroosterd deze week om dit uur in te halen, zodat niemand lesstof hoeft te missen.

Planning

Lezen

Subjectieve teksten

Betoog

Lezen

Betoog

Schrijver geeft mening met als doel: ......... Hij licht mening toe met ............

Tweedeling of driedeling?

Betoog

Voorbeelden van betogen zijn: ingezonden brief, boekbespreking, filmrecensie. 

Veel betogen hebben een driedeling:

• inleiding: de schrijver formuleert zijn mening;

• kern: hij geeft argumenten voor zijn mening;

• slot: hij trekt een conclusie of vat het belangrijkste samen.

Wat is het verschil tussen objectief en subjectief?

Vandaag is het warmer dan gisteren

1. Objectief
2. Subjectief

Feyenoord heeft goed gespeeld en daardoor gewonnen

1. Objectief
2. Subjectief

Roken is ongezond

1. Objectief
2. Subjectief

Subjectief

In een betoog zit altijd subjectieve informatie. Argumenten kunnen wel objectief zijn.

Je kunt beter in Australië wonen als je rust wil, want de bevolkingsdichtheid is minder groot daar.

Wat zijn functies van een inleiding?

Functies inleiding

Aandacht lezer trekken

Andere functies die een inleiding kan hebben:

• het onderwerp noemen;

• de aanleiding noemen, aangeven waarom de tekst is geschreven;

• een vraag stellen, die later in de tekst wordt beantwoord;

• de mening geven, die later in de tekst beargumenteerd wordt;

• een samenvatting van de inhoud geven.

Wat zijn functies van een slot?

Functies slot

• een conclusie of een samenvatting van de inhoud geven;

• een advies of een waarschuwing geven.

Wat heeft de linkse tekst wel en de rechtse niet?

Tussenkopjes

In langere teksten worden vaak tussenkopjes gebruikt om de leesbaarheid van de tekst te verhogen.

• Een tussenkopje kan het deelonderwerp noemen van een of meer alinea’s.

• Een tussenkopje kan ook belangrijke informatie noemen over een deelonderwerp.

Aan de slag!

Werkboekje: 2.4 + 2.6

Klaar?

Andere opdrachten van het werkboekje afmaken