Onthouden: ik kan de vier hoofdbestanddelen van bloed benoemen wanneer ik een vraag of afbeelding krijg.
Begrijpen: ik kan van elk hoofdbestanddeel van het bloed minstens drie kenmerken beschrijven in een invultabel.
Begrijpen: ik kan in eigen woorden uitleggen welke belangrijkste taak elk hoofdbestanddeel heeft in het lichaam.
Huiswerk T3 B1
Opdr. 1 t/m 8, (5)
OF uitdaging
Opdr. 4 t/m 10, (5)
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2
Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
B1 Bloed
Jas in je kluis
Spullen op tafel
Laptop/Leerwerkboek
Schrift
Tas van tafel
Lees blz. 176 t/m 178
timer
5:00
Kennen/Kunnen
Onthouden: ik kan de vier hoofdbestanddelen van bloed benoemen wanneer ik een vraag of afbeelding krijg.
Begrijpen: ik kan van elk hoofdbestanddeel van het bloed minstens drie kenmerken beschrijven in een invultabel.
Begrijpen: ik kan in eigen woorden uitleggen welke belangrijkste taak elk hoofdbestanddeel heeft in het lichaam.
Huiswerk T3 B1
Opdr. 1 t/m 8, (5)
OF uitdaging
Opdr. 4 t/m 10, (5)
Slide 1 - Diapositive
Uit welke onderdelen bestaat: Bloed?
Slide 2 - Carte mentale
Fibrinogeen
O2 en CO2
Voedingsstoffen
Afvalstoffen
Bloed plasma
Vloeibaar deel van het bloed
Vervoert de andere delen van het bloed + opgeloste stoffen
Slide 3 - Diapositive
Rode bloedcel
Schotel-vorm
Geen celkern
Hemoglobine
Vervoert O2
Hemoglobine is een stof.
Deze stof zit in de rode bloedcel.
De stof maakt het mogelijk om zuurstof mee te nemen in de cel.
Het maakt bloedcellen ook rood
Slide 4 - Diapositive
Bij mensen met sikkelcelanemie hebben rode bloedcellen de vorm van een sikkel (zie afbeelding voor een vergelijking). Leg uit, welk nadeel ontstaat door deze vorm?
Slide 5 - Question ouverte
Witte bloedcel
Celkern
Geen vaste vorm
Bestrijdt bacterien/virussen: indringers
Slide 6 - Diapositive
Deel van 'kapotte' cel
Bloedstolling
Vormt korstjes
trombose
Als bloed gaat stollen in een (slag)ader dan levert dat gevaarlijke problemen op.
Dit stollen in het lichaam noem je trombose.
Bloedplaatjes worden ook trombocyten genoemd
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Ga aan de slag met: T3 B1
Lezen blz. 176 t/m 182
Opdr. 1 t/m 8, (5)
OF uitdaging
Opdr. 4 t/m 10, (5)
Klaar met het bovenstaande?
Verder werken/lezen
Samenvatten
Ander huiswerk
Boek lezen
Zs = Werken in stilte
Geen vinger opsteken
Aan het werk
Stil en stoor niemand
Blijf op je plek
timer
6:00
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
Ga aan de slag met: T3 B1
Lezen blz. 176 t/m 182
Opdr. 1 t/m 8, (5)
OF uitdaging
Opdr. 4 t/m 10, (5)
Klaar met het bovenstaande?
Verder werken/lezen
Samenvatten
Ander huiswerk
Boek lezen
Zf = Werken met fluisteren
Geen vinger opsteken
De docent komt langs
Aan het werk
Fluister alleen met de persoon naast je
Blijf op je plek
Slide 11 - Diapositive
Welk(e) bloedonderdelen vervoeren Zuurstof?
A
Witte en rode bloedcellen
B
Rode bloedcellen en bloedplasma
C
Witte bloedcellen en Bloedplasma
D
Alleen Rode bloedcellen
Slide 12 - Quiz
Welke bloedonderdelen kunnen NIET van vorm veranderen
A
Rode bloedcellen en bloedplaatjes
B
Witte bloedcellen en bloedplaatjes
C
Rode en Witte bloedcellen
D
Alleen Rode bloedcellen
Slide 13 - Quiz
Welke stof helpt bij het stollen van bloed?
A
Hemoglobine
B
Pus
C
Trombose
D
Fibrinogeen
Slide 14 - Quiz
Welke stof helpt bij het vervoeren van zuurstof?
A
Hemoglobine
B
Pus
C
Trombose
D
Fibrinogeen
Slide 15 - Quiz
Afsluiting
Je kunt de 4 hoofdbestanddelen van bloed opsommen.
Je kunt van elk bestanddeel 3 eigenschappen noemen
Je kunt de belangrijkste taak van elk bestanddeel noemen