de ontkenning klas 3

maak een ontkennende zin in het Nederlands.
1 / 15
suivant
Slide 1: Carte mentale
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

maak een ontkennende zin in het Nederlands.

Slide 1 - Carte mentale

Welke ontkenningen ken je nog uit het Frans?

Slide 2 - Carte mentale

maak eens eens een franse zin met een ontkenning erin

Slide 3 - Carte mentale

Waar zet je in het Frans de ontkenning neer in de zin?

Slide 4 - Question ouverte

Is deze zin correct?
Je n'ai pas des frères et soeurs
A
Ja, denk het wel
B
Ja, zeker weten
C
Nee, echt niet!
D
Nee, maar weet niet waarom.

Slide 5 - Quiz

Ná een ontkenning:
-verandert het onbepaald lidwoord (un/ une/ des) in de/ d'

dus: J'ai des frères wordt: Je n'ai pas de frères.
Le prof a des idées- le prof n'a pas d'idées

Slide 6 - Diapositive

maak ontkennend
Le boulanger a du pain (niet meer)

Slide 7 - Question ouverte

Je prends de l'eau (nooit)

Slide 8 - Question ouverte

J'ai pris un dessert (geen)

Slide 9 - Question ouverte

Ik zie niemand

Slide 10 - Question ouverte

De wedstrijd begint nog niet

Slide 11 - Question ouverte

Mijn ouders hebben niets gezegd.

Slide 12 - Question ouverte

De leerlingen hebben niets gedaan.

Slide 13 - Question ouverte

Bedenk nu zelf een Franse zin met een ontkenning.

Slide 14 - Question ouverte

Stel per tweetal een Franse vraag aan je docent en zorg dat er een ontkenning in zit.

Slide 15 - Question ouverte